Taal actief thema 4 groep 7
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Schrijf het lijdend voorwerp op uit deze zin!
Karien heeft een fantasieverhaal geschreven.
Karien heeft een fantasieverhaal geschreven.
Slide 3 - Open vraag
Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin:
De pollepel slaat zomaar de vork.
De pollepel slaat zomaar de vork.
Slide 4 - Open vraag
Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin:
Een scherp mes heeft een ommetje gemaakt.
Een scherp mes heeft een ommetje gemaakt.
Slide 5 - Open vraag
Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin:
De lepel schept een autootje.
De lepel schept een autootje.
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Video
Wat voor bepaling staat er in de volgende zin:
In de ring probeerde een cowboy zijn mustang te bedwingen.
In de ring probeerde een cowboy zijn mustang te bedwingen.
A
Tijd
B
Plaats
C
Tijd en plaats
D
Geen bepaling
Slide 8 - Quizvraag
Wat voor bepaling staat er in de volgende zin:
In de ring probeerde een cowboy zijn mustang te bedwingen.
In de ring probeerde een cowboy zijn mustang te bedwingen.
A
Tijd
B
Plaats
C
Tijd en plaats
D
Geen bepaling
Slide 9 - Quizvraag
Wat voor bepaling staat er in de volgende zin:
Tijdens de rodeo hing Joe ongeïnteresseerd rond bij het hek.
Tijdens de rodeo hing Joe ongeïnteresseerd rond bij het hek.
A
Tijd
B
Plaats
C
Tijd en plaats
D
geen bepaling
Slide 10 - Quizvraag
Schrijf de bepaling uit de zin op. Zet er achter of het gaat om een (t) tijd of (p) plaats bepaling.
Na een paar minuten zag hij hoe de cowboy van zijn paard stuiterde.
Na een paar minuten zag hij hoe de cowboy van zijn paard stuiterde.
Slide 11 - Open vraag
Schrijf de bepaling uit de zin op. Zet er achter of het gaat om een (t) tijd of (p) plaats bepaling.
De cowboy schoot als het ware de lucht in.
De cowboy schoot als het ware de lucht in.
