5.2 Wat wordt de prijs? - deel 1

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

	Vak: Economie Hoofdstuk: 5.2 Wat wordt de prijs?
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.	Mini-check + arrangementen
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek van economie op tafel en laat deze nog dicht op tafel liggen. 

Huiswerk controle:

5.1 opdracht 9 t/m 15

2. Lesdoelen

Aan het einde van de les: 

- weet je wat de inkoopprijs is

- weet je wat de brutowinstopslag is

- kun je de verkoopprijs berekenen

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 

n.v.t.

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Jessica, Niek, Jaysen, Jochem, Jamie, Krystian & Gijs

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

n.v.t.

Verdiept arrangement:

Verdiept: n.v.t.

Huiswerk noteren + maken:

les: 5.2 deel 1

blz: 134 & 135

opdr: 20 t/m 30

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Wat is een andere naam voor brutowinstmarge of brutowinst

1. Verkoop
2. Brutowinstopslag
3. Omzet
4. Afzet

Als een winkelier zijn brutowinstopslag verlaagt ....

1. Krijgt hij minder klanten
2. Wordt zijn winst lager
3. Wordt zijn inkoopprijs hoger

Wie bepaalt de inkoopprijs?

1. De consument die iets koopt
2. De winkelier die fietsen verkoop
3. De kaasboer die kaas bij de groothandel inkoopt
4. Een fabrikant die fietsen aan de winkelier verkoopt

Wie maakt wat:

3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:

les 5.2 deel 1 opdracht 20 t/m 30 op blz 134/135

De rest doet mee met de instructie.

4. Instructie

Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

Inkoopprijs

• Inkoopprijs = prijs die winkelier voor producten betaalt -> De parfum kost inkoop €35,-

Een winkelier of bedrijf wilt de inkoopprijs het liefst zo laag mogelijk!

Brutowinstopslag

• Brutowinstopslag = het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopprijs.
• De brutowinstopslag bepaalt de verkoopprijs.

• Wordt vaak geschreven als een % van de inkoopprijs.

Verkoopprijs

• Verkoopprijs = prijs die winkelier voor producten vraagt.

Formule om de verkoopprijs te berekenen:

inkoopprijs + brutowinstopslag

Verkoopprijs

Majid bestelt bij de groothandel een bank die hij in zijn eigen meubelzaak gaat verkopen. De inkoopprijs is €570. Majid berekent een brutowinstopslag van 45% van de inkoopprijs. Wat wordt de verkoopprijs? 

Stap 1: Bereken de brutowinstopslag. 

•  45% van €570 = 0,45 x €570 = €256,50

Stap 2: Tel de brutowinstopslag op bij de inkoopprijs. 

•  €570 + €265,50 = €835,50

inkoopprijs + brutowinstopslag

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Jessica, Niek, Jaysen, Jochem, Jamie, Krystian & Gijs: jullie gaan zelfstandig les 5.2 deel 1, opdracht 20 t/m 30 op blz 134/135. Lees goed de stukjes tekst. 

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?

Had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 27 (zie volgende slide)

27. Jacob verkoopt games. De inkoopprijs van een game is €35. Jacob berekent een brutowinstopslag van 60%. Bereken de verkoopprijs. 

6. Zelfstandig werken

Je leest de blauwe & groene stukjes tekst. 

Je maakt zelfstandig 5.2 opdracht 20 t/m 30 op blz 134/135

Ben je klaar?

1. Nakijken en verbeteren

2. Herhalingsopdrachten 5.2 op blz. 150

3. Begrippen leren paragraaf 5.2

 

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Zijn er nog opdrachten waar je moeite mee hebt?

Lesdoelen: 

- weet je wat de inkoopprijs is?

- weet je wat de brutowinstopslag is?

- kun je de verkoopprijs berekenen?

8. Huiswerk en toetsen

Huiswerk:

Donderdag 8 februari

5.2 opdracht 20 t/m 30

Toetsen: