210119 Fictie spanning ruimte thema moraal

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?



Spanning in boeken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Een woord
dat zeggen wil
dat jij de liefste bent

Slide 4 - Woordweb



Hoe maak je een verhaal spannend?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag!

Maak online blok 4, fictie, opdracht 4.

Je hebt hiervoor 15 minuten de tijd.
timer
15:00

Slide 7 - Tekstslide

Ruimte
Een schrijver kiest voor een verhaal een ruimte waar het zich afspeelt. De ruimte zijn alle plaatsen die in het verhaal voorkomen. Denk hierbij niet alleen aan een bepaalde stad of dorp, bestaand of niet bestaand, herkenbaar beschreven of onherkenbaar. De ruimte kan ook een kamer zijn, een huis, een gebouw, een straat, een wijk, een land of zelfs een planeet. De ruimte kan binnen of buiten zijn. Ook het weer, geluiden en geuren horen bij de ruimte en kunnen een rol spelen.

De ruimte is heel belangrijk voor een verhaal. De ruimtebeschrijving kan een bepaalde sfeer oproepen, bijvoorbeeld een beklemmende sfeer, een angstige sfeer of een hoopvolle sfeer.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden van spannende ruimtes

Slide 9 - Woordweb

Thema en moraal
Verhalen hebben een thema. Je vindt het thema door je af te vragen: waar gaat het verhaal over? Wat het thema van een verhaal is kun je soms met één woord zeggen, soms ook met een paar woorden of een zin. In veel verhalen kun je meerdere thema’s herkennen. Voorbeelden van thema’s zijn: vriendschap; eenzaamheid; verraad; je eigen weg kiezen gaat niet vanzelf; eerlijk zijn vraagt om moed.

In een verhaal kun je soms ook een wijze les ontdekken, een moraal. De schrijver wil jou door het verhaal iets leren, hij heeft een boodschap over hoe je zou moeten leven. 
Een voorbeeld van een moraal is: als je problemen hebt, moet je hulp zoeken.

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk

Maak online blok 4, fictie, opdracht 4 en 5.

Slide 11 - Tekstslide