Verwijswoorden
Welkom!
Doe je telefoon weg,
doe je jas en oortjes uit,pak je spullen op tafel....
Dan kunnen we beginnen.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1
In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Welkom!
Doe je telefoon weg,
doe je jas en oortjes uit,pak je spullen op tafel....
Dan kunnen we beginnen.
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen deze les?
Leesvaardigheid - Verwijswoorden
- Korte uitleg + een aantal zinnen samen
- Zelfstandig aan de slag met de opdrachten in je boek
Aan het einde van de les:
kun je in een tekst achterhalen waar verwijswoorden naar verwijzen.
Slide 2 - Tekstslide
Verwijswoorden
Slide 3 - Tekstslide
Verwijswoorden
Woorden die verwijzen naar één of meer (andere) woorden
in de tekst.
Slide 4 - Tekstslide
Verwijswoorden
Woorden die verwijzen naar één of meer (andere) woorden
in de tekst.
Tymon moest zich vandaag om acht uur melden. Hij was vaak te laat op school gekomen.
Slide 5 - Tekstslide
Verwijswoorden
Woorden die verwijzen naar één of meer (andere) woorden
in de tekst.
Tymon moest zich vandaag om acht uur melden. Hij was vaak te laat op school gekomen.
Slide 6 - Tekstslide
Verwijswoorden
Tymon moest zich vandaag om acht uur melden. Hij was vaak te laat op school gekomen.
Slide 7 - Tekstslide
Verwijswoorden
Tymon moest zich vandaag om acht uur melden. Hij was vaak te laat op school gekomen.
Stel een vraag die begint met: wie...?, wat...? of waar...?
Slide 8 - Tekstslide
Verwijswoorden
Tymon moest zich vandaag om acht uur melden. Hij was vaak te laat op school gekomen.
Stel een vraag die begint met: wie...?, wat...? of waar...?
Wie was vaak te laat op school gekomen?
Antwoord: Tymon. Dus 'Hij' verwijst naar 'Tymon'.
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeeldzinnen
De bus had vertraging. Dat vond Cynthia heel irritant.
Bo kwam chagrijnig aan op school. Zij had nauwelijks
geslapen. Dat kwam doordat haar broertje de hele nacht
had lopen huilen.
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeldzinnen
De bus had vertraging. Dat vond Cynthia heel irritant.
Bo kwam chagrijnig aan op school. Zij had nauwelijks
geslapen. Dat kwam doordat haar broertje de hele nacht
had lopen huilen.
Slide 11 - Tekstslide
Voorbeeldzinnen
De bus had vertraging. Dat vond Cynthia heel irritant.
Bo kwam chagrijnig aan op school. Zij had nauwelijks
geslapen. Dat kwam doordat haar broertje de hele nacht
had lopen huilen.
Slide 12 - Tekstslide
Voorbeeldzinnen
De bus had vertraging. Dat vond Cynthia heel irritant.
Bo kwam chagrijnig aan op school. Zij had nauwelijks
geslapen. Dat kwam doordat haar broertje de hele nacht
had lopen huilen.
Slide 13 - Tekstslide
Voorbeeldzinnen
De bus had vertraging. Dat vond Cynthia heel irritant.
Bo kwam chagrijnig aan op school. Zij had nauwelijks
geslapen. Dat kwam doordat haar broertje de hele nacht
had lopen huilen.
Slide 14 - Tekstslide
Voorbeeldzinnen
De bus had vertraging. Dat vond Cynthia heel irritant.
Bo kwam chagrijnig aan op school. Zij had nauwelijks
geslapen. Dat kwam doordat haar broertje de hele nacht
had lopen huilen.
Slide 15 - Tekstslide
Voorbeeldzinnen
De bus had vertraging. Dat vond Cynthia heel irritant.
Bo kwam chagrijnig aan op school. Zij had nauwelijks
geslapen. Dat kwam doordat haar broertje de hele nacht
had lopen huilen.
Slide 16 - Tekstslide
Voorbeeldzinnen
De bus had vertraging. Dat vond Cynthia heel irritant.
Bo kwam chagrijnig aan op school. Zij had nauwelijks
geslapen. Dat kwam doordat haar broertje de hele nacht
had lopen huilen.
Slide 17 - Tekstslide
Voorbeeldzinnen
De bus had vertraging. Dat vond Cynthia heel irritant.
Bo kwam chagrijnig aan op school. Zij had nauwelijks
geslapen. Dat kwam doordat haar broertje de hele nacht
had lopen huilen.
Slide 18 - Tekstslide
Blz. 81-82
Opdracht 6, 7 en 8
