grammatica
Wat is de persoonsvorm in de zin: Romy heeft al haar huiswerk gemaakt.
A
Romy
B
Heeft
C
Huiswerk
D
Gemaakt
1 / 14
Onderdelen in deze les
Wat is de persoonsvorm in de zin: Romy heeft al haar huiswerk gemaakt.
A
Romy
B
Heeft
C
Huiswerk
D
Gemaakt
Slide 1 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de zin: Lisa lust alle soorten snoepjes op aarde.
A
Lisa
B
Snoepjes
C
Aarde
D
Lust
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de zin: Gamet Benjamin de hele dag?
A
Gamet
B
Benjamin
C
Dag
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het onderwerp in de zin: Rennen Bo en Carmen samen 10 kilometer?
A
Rennen
B
Bo en Carmen
C
Samen
D
10 kilometer
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het onderwerp in de zin: Frans heeft zijn broertje ingemaakt op de Wii.
A
Frans
B
Heeft
C
Zijn broertje
D
De Wii
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het onderwerp in de zin: Waarom is Maaike aan het lachen?
A
Waarom
B
Is
C
Maaike
D
Lachen
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin: Senna heeft tot 11 uur geslapen.
Slide 10 - Open vraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin: Denice vindt het gezellig in de klas.
Slide 11 - Open vraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin: Heeft Jana wel geluisterd?
Slide 12 - Open vraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin: Joanna en Felicia zijn appeltaart gaan maken.
