Examentraining Lezen, kijken en luisteren 2 (week 15)
1 / 20
Lesduur is: 90 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
In de titel van een (gesproken) tekst vind je meestal
A
de hoofdgedachte
B
de mening van de maker
C
het onderwerp
D
een argument over het onderwerp
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar in de (gesproken) tekst vind je de hoofdgedachte meestal?
A
in het slot
B
in het middenstuk
C
in de inleiding
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de functie van een bijzaak in een (gesproken) tekst?
A
maken de tekst duidelijker
B
om op te nemen in
de samenvatting
C
tekst voor de koppen / onderdelen
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Miljuschka geeft drie argumenten op welke manier ‘deepfakes’ impact op haar hebben gehad. Welke van deze argumenten bevat een drogreden:
A
‘Ik sta juist niet voor dit.
B
‘Mensen kunne over het algemeen maar één keer hun geld uitgeven. Als ze dit al hebben gedaan aan afslankpillen, dan kan dat niet aan een magazine. ‘
C
‘Mijn algoritme wordt hierdoor volledig verpest, doordat er zoveel spam is zie je dat mensen denken ‘Wie die Miljuschka, die duwen we weg.’
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een dag na de Europese verkiezing deed Alexandra van Huffelen (staatsecretaris van digitalisering), op een congres de volgende uitspraak over de impact op cyber security:
‘Als we niet opletten wordt de impact heel groot, want de partij die als winnaar uit de bus komt, heeft in het verkiezingsprogramma helemaal niets over digitaal… Het zegt wel iets dat kennelijk de Nederlandse kiezers dit onderwerp nog niet zien over een thema dat zo relevant is.’
Is hierbij sprake van geen, een of meerdere drogredenen?
‘Als we niet opletten wordt de impact heel groot, want de partij die als winnaar uit de bus komt, heeft in het verkiezingsprogramma helemaal niets over digitaal… Het zegt wel iets dat kennelijk de Nederlandse kiezers dit onderwerp nog niet zien over een thema dat zo relevant is.’
Is hierbij sprake van geen, een of meerdere drogredenen?
A
geen
B
een
C
meerdere
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Leg uit wat signaalwoorden zijn en geef enkele voorbeelden.
Wat is het doel van de tekst?
A
instrueren
B
overtuigen
C
amuseren
D
informeren
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk signaalwoord geeft een tegenstelling aan?
A
daarom
B
toch
C
doordat
D
bijvoorbeeld
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk signaalwoord geeft een tegenstelling aan?
A
daarom
B
toch
C
doordat
D
bijvoorbeeld
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
A
Cybercriminaliteit is een probleem, maar met voldoende bewustzijn en maatregelen kunnen we ons beter beschermen
B
Cybersecurity is niet belangrijk, omdat bedrijven toch niet worden aangevallen.
C
Cybercriminelen zullen altijd winnen, dus beveiliging heeft weinig zin.
D
Internet is een veilige plek zonder risico’s.
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het tekstverband in de volgende zin?
"Enerzijds zijn er steeds meer wetten die bedrijven verplichten om cybersecurity serieus te nemen. Anderzijds blijven criminelen steeds nieuwe manieren vinden om digitale beveiliging te omzeilen."
A
oorzaak - gevolg
B
opsomming
C
tegenstelling
D
conclusie
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom wordt de laatste alinea afgesloten met het signaalwoord "Kortom"?
A
Het geeft een voorbeeld.
B
Het introduceert een tegenstelling.
C
Het trekt een conclusie.
D
Het laat een opsomming zien.
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
