LJ1, TR7, Schrijven

Trede 7
Nederlands 
Doel: Je schrijft een verslag, waarin je structuur aanbrengt, een schrijfdoel aanhoudt en rekening houdt met je publiek. (1S)
Taken: Nieuwsbegrip, Praatte de rechercheur, Opbouw verslag
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Trede 7
Nederlands 
Doel: Je schrijft een verslag, waarin je structuur aanbrengt, een schrijfdoel aanhoudt en rekening houdt met je publiek. (1S)
Taken: Nieuwsbegrip, Praatte de rechercheur, Opbouw verslag

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden?

Slide 2 - Open vraag

Tegenwoordige / verleden tijd
- Hoe herken je het verschil?
- Waar moet je nog meer op letten bij verleden tijd?

Slide 3 - Tekstslide

(verhuizen) Peter ... morgen naar Heemskerk.

Slide 4 - Open vraag

(verhuizen) Peter ... gister naar Heemskerk.

Slide 5 - Open vraag

(schuiven) Mirte ... de leerboeken gister aan de kant.

Slide 6 - Open vraag

Spellingregels
BELANGRIJK! 'MIX' de regels niet door elkaar, pas alleen de regels van de tegenwoordige tijd toe, als er sprake is van tegenwoordige tijd.
Hetzelfde geldt natuurlijk voor de verleden tijd! 
(werdT kan dus niet!)

Slide 7 - Tekstslide

Spellingregels TT/VT
  • Verdeel je blaadje in 2 helften
  • 5 minuten
  • Links TT
  • Rechts VT
  • Schrijf de regels van de werkwoordspelling op. 

Slide 8 - Tekstslide

Waarom kan 'werdt' niet?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video

(worden) ... jij vandaag 14?

Slide 11 - Open vraag

(worden) ... je broer vandaag 14 jaar oud?

Slide 12 - Open vraag

(landen) Het vliegtuig ... op Schiphol.

Slide 13 - Open vraag

(werken) Ik ... hard om goede resultaten te behalen op school.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video

Opbouw van een verslag
  • Altijd in inleiding - kern - slot
  • Geeft antwoord op de 5W + 1H vraag.
  • Beschrijf in chronologische* volgorde wat er is gebeurd. 

(*Je weet wel, in volgorde waarin het is gebeurd.)

Slide 16 - Tekstslide

Trede 7
Nederlands 
Doel: Je schrijft een verslag, waarin je structuur aanbrengt, een schrijfdoel aanhoudt en rekening houdt met je publiek. (1S)
Taken: Nieuwsbegrip, Praatte de rechercheur, Opbouw verslag

Slide 17 - Tekstslide

(worden) Harrie ... de winnaar (VT).

Slide 18 - Open vraag

(fietsen) Afgelopen weekend ... Jeffrey en Harrie om het hardst.

Slide 19 - Open vraag

(blijken) Het WK baanwielrennen ... voor Nederland een groot succes! (VT)

Slide 20 - Open vraag

Signaalwoorden
- Bedenk 3 keer 2 zinnen die bij elkaar horen. 
- Sla tussen elke 2 zinnen een regel over. 
Bijvoorbeeld: 
Mijn broer houdt van pizza. 
Ik vind pizza vies. 

Slide 21 - Tekstslide

Signaalwoorden II
- Plak de zinnen aan elkaar. Gebruik geen 'en' of 'of'.

Mijn broer houdt van pizza maar ik vind pizza vies. 

Slide 22 - Tekstslide

Wat valt je op aan deze alinea? 

Slide 23 - Tekstslide

Hoe kun je dit oplossen?

Slide 24 - Tekstslide