Dinsdag 3 december 2024

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Dinsdag 3 december 2024

Slide 2 - Tekstslide

Programma
- Lezen
10 min
- Terugblik vorige les
10 min
- Huiswerk bespreken 
5 min
- "Persoonsvorm t.t. en v.t."
10 min
-Oefenen
20 min
-Afsluiting
5 min

Slide 3 - Tekstslide

Stillezen
Je pakt je leesboek voor je en je gaat stillezen!





Slide 4 - Tekstslide

Terugblik vorige les
Onderwerp
Hoofdgedachte
Woordenschat

Slide 5 - Tekstslide


Wat is een hoofdgedachte?
A
gedachte uit je hoofd
B
samenvatting van een tekst in één zin
C
samenvatting van een tekst
D
één zin in de tekst

Slide 6 - Quizvraag

Onderwerp en hoofdgedachte:
Wat kan géén hoofdgedachte zijn?
A
Kangoeroe huppelt door weiland op Texel.
B
Honden troosten kinderen na aanslag in VS.
C
Chinese regering bestrijdt stortbuiten.
D
Honden en huisdieren

Slide 7 - Quizvraag

Niet waar
Waar
De hoofdgedachte vertelt in één zin waar de tekst over gaat.
Hoofdgedachte en onderwerp hebben altijd met elkaar te maken.
De hoofdgedachte staat altijd in de inleiding.
In een hoofdgedachte staan soms voorbeelden.

Slide 8 - Sleepvraag

Huiswerk
Hoofdstuk 2 paragraaf 4 Het onderwerp van een tekst
Bladzijde 42 t/m 45
Opdracht 4 t/m 7
Opdracht 9 t/m 14

Slide 9 - Tekstslide

WOORDENSCHAT

Slide 10 - Tekstslide

De achterklap
Bejubelen
Het bijschrift
Egocentrisch

In een kwaad daglicht stellen
Kwaadspreken
Reputatie

Roddels

ergens heel enthousiast over zijn

tekst bij een afbeelding

Vooral aan jezelf denken

slechte dingen over iemand vertellen

Roddelen, onterecht slechte dingen over iemand zeggen

wat mensen van je vinden

Slide 11 - Sleepvraag

Leerdoelen
Aan het einde van de les:

* Weet je wat de regels zijn voor het spellen van de persoonsvorm in de tegenwoordige en in de verleden tijd
* Kan je een zin een passende vorm van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd of verleden tijd invullen en fouten verbeteren
* Kan je bijzonderheden in de spelling van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en verleden tijd uitleggen

Slide 12 - Tekstslide

Wat is ook alweer de persoonsvorm?
En hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 13 - Open vraag


Vul de juiste persoonsvorm in. Let goed op of de zin in de tegenwoordige tijd (tt) of de verleden tijd (vt) staat.
Haar vriendinnen ... vorige week langskomen.

A
wilde
B
wilden
C
wouden
D
wou

Slide 14 - Quizvraag

Hoe schrijf je de persoonsvorm (tt en vt)?
Wij (werken)... hard.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Video

3 werkwoordsvormen
  • Persoonsvorm (tt of vt)
  • Infinitief (hele werkwoord)
  • Voltooid deelwoord

Slide 17 - Tekstslide

Oefeningen
Ga aan de slag met de volgende oefeningen:

Hoofdstuk Spelling en Grammatica > Paragraaf 13 Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Bladzijde 164 t/m 167
Opdracht 6 /  7 / 9 en 10

Hoofdstuk Spelling en Grammatica > Paragraaf 14 Persoonsvorm verleden tijd
Bladzijde 168 t/m 171
Opdracht 3 t/m 6 en 11

KLAAR?
Sprookjesbundel eindopdracht ( inleveren Classroom)






Slide 18 - Tekstslide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je weet wat de regels zijn voor het spellen van de persoonsvorm in de tegenwoordige en in de verleden tijd
Je kan bijzonderheden in de spelling van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en verleden tijd uitleggen
Je kan een zin een passende vorm van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd of verleden tijd invullen en fouten verbeteren

Slide 19 - Sleepvraag