De basis: titel, onderwerp en hoofdgedachte

Leesvaardigheid
HUH, 2021
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid
HUH, 2021

Slide 1 - Tekstslide

Wat we gaan doen
Mededelingen
De basisbegrippen
Aan het werk

Zodat je aan het eind van deze les:
- weet hoe je een bepaalde tekst moet lezen
- de belangrijkste zaken van een tekst kan herkennen

Slide 2 - Tekstslide

Mededelingen
- boek 1 en 2
- 5 maart deadline schrijven
- T3: 22-26 maart (onder voorbehoud) -> Toets lezen

Slide 3 - Tekstslide



Lezen: de basis

Slide 4 - Tekstslide

Belangrijk
Onderwerp    titel
Hoofdgedachte  > onderwerp

Voorbeeldtekst: https://nos.nl/artikel/2370913-verplaatsbare-zonnepanelen-geven-beschadigde-grond-tijd-voor-herstel.html

Slide 5 - Tekstslide

Onderwerp
Antwoord op de vraag: waar gaat de tekst over?

Je antwoordt in zo min mogelijk woorden. Dus niet: 
'De tekst die ik heb gelezen gaat over een boer uit Biddinghuizen, die graag andere zonnepanelen wil, omdat dat beter is voor de bodem, want die krijgt te weinig licht, ...

Maar wel: de mogelijkheid van verplaatsbare zonnepanelen.

Slide 6 - Tekstslide

Onderwerp
Antwoord op de vraag: waar gaat de tekst over?

Je antwoordt in zo min mogelijk woorden. Dus niet: 
'De tekst die ik heb gelezen gaat over een boer uit Biddinghuizen, die graag andere zonnepanelen wil, omdat dat beter is voor de bodem, want die krijgt te weinig licht, ...

Slide 7 - Tekstslide

Titel
Staat boven de tekst

Slide 8 - Tekstslide

Ondertitel
Staat onder de titel. Doel: meer informatie geven. Vaak bij motiverende titel.

'Opeens had ik het!'
Boer verzint oplossing voor zijn beschadigde bodem

Slide 9 - Tekstslide

Hoofdgedachte

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdgedachte
[onderwerp] + [belangrijkste wat erover wordt vermeld]

De hoofdgedachte is een hele zin, dus met pv en onderwerp.
Mag in eigen woorden, maar houd het wel zakelijk.

Slide 11 - Tekstslide

Tekstdoelen
Wat wil de schrijver dat jij gaat doen?

Slide 12 - Tekstslide

Tekstdoelen
amuseren: vermaken
informeren: begrijpen
opiniëren: mening vormen
overtuigen: mening overnemen
activeren: iets gaan doen

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het doel van een inleiding?

Slide 14 - Open vraag

Wat is het doel van een slot?

Slide 15 - Open vraag

Huiswerk vrijdag 5 maart
leren: groene teksten par. 1 en 2
maken: blz 10-12 opdr. 1, 2 en 4 ; blz 13-16 opdr 1, 2 en 4.

Slide 16 - Tekstslide

Uitleg
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Welk begrip vind je nog lastig?

Slide 18 - Open vraag