Je kunt het hulpwerkwoord en zelfstandig werkwoord benoemen
Je kunt aangeven welke informatie aan een koppelwerkwoord wordt gekoppeld.
Slide 2 - Tekstslide
terugblik
Een koppelwerkwoord (kww) koppelt informatie aan het onderwerp. Deze informatie bestaat uit eigenschappen (zelfstandig naamwoord en of bijvoeglijk naamwoord), maar nooit uit een werkwoord. Het onderwerp is altijd iets.
Deze iPhone ....
Slide 3 - Tekstslide
6 (+3) kww's
zijn
worden
blijven
blijken
lijken
schijnen
heten
dunken
voorkomen
Slide 4 - Tekstslide
kww/zww/hww
Je kunt niet een zww én een kww in dezelfde zin hebben staan.
Er kunnen meerdere hww in een zin staan.
Ga altijd op zoek naar het belangrijkste ww, dat is je kww of zww. Doe dat met dit stappenplan
Slide 5 - Tekstslide
Blz. 126 opdracht 12 samen maken/nakijken
Slide 6 - Tekstslide
Blz. 126 opdracht 12 antwoorden
Slide 7 - Tekstslide
Groepjes 2P
1: Meike, Isabelle, Dani, Tim, Nienke
2: Jill, Lynn, Mika, Florian, Marley
3: Kyano, Sara, Ziva, Damian
4: Berend, Bette, Dewi, Ryan, Ilse
5: Pepijn, Neele, Sarah, Kymani
Slide 8 - Tekstslide
LEZEN
Slide 9 - Tekstslide
Lesdoelen:
Je weet welke 6 tekstsoorten en -doelen er zijn.
Je kunt bij de verschillende tekstsoorten tekstvormen bedenken
Je weet wat een deelonderwerp is
Je kunt de kernzin van een alinea bepalen
Je kent de volgende 3 verbanden: uitspraak-opsomming, uitspraak-tegenstelling en uitspraak-voorbeeld.
Je kunt deze 3 verbanden herkennen en zelf bedenken.
Slide 10 - Tekstslide
Groepswerk
In je groepje werk je samen aan 5 opdrachten. Na iedere opdracht zorgt de materiaalchef voor een check bij de docent en regelt de nieuwe opdracht.
Gebruik voor de opdrachten de kranten die in je groepje liggen of de tekst die bij de opdracht hoort.
De taakchef is de enige met een iPad en verzamelt de antwoorden in een Google document. Dit document deel je vanaf de eerste opdracht al met je docent.
Je hebt in totaal 2 lessen (2 x 40 min) om alle opdrachten af te ronden.