BSM herhaling week 1-4

• Lichamelijke opvoeding
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

BSM herhaling week 1-4

Doelstelling van vandaag:

inzichtelijk maken hoe je ervoor staat m.b.t. de leerstof.

Wat weet je nog over
de warming-up

Jouw warming-up begint met:

1. sportspecifieke bewegingen
2. dynamische stretchvormen
3. algemene warming-up
4. statische stretchvormen

Wat is GEEN doelstelling van de warming-up

1. mentaal klaar zijn voor sport
2. zorgen dat je conditie op peil is
3. blessures voorkomen
4. zuurstofopname verbeteren

Ronald zegt dat je een warming-up prima kunt beginnen met sprongvormen. Klopt dit?

1. Ja, dit klopt.
2. Nee, dit klopt niet.

Tijdens een warming-up kun je gebruikmaken van:

1. dynamische stretchvormen
2. statische stretchvormen
3. intensieve stretchvormen
4. extensieve stretchvormen

Wat weet je nog over
het lesgeven

Jouw uitleg start met:

1. Een plaatje
2. Een praatje
3. Een daadje
4. Geen van deze klopt.

Een goede uitleg wordt meestal opgebouwd middels P-P-D. Wat volgt daarna?

1. lekker aan de gang!
2. eerlijke teams maken, indien nodig.
3. alle materialen klaarzetten.
4. controleren of leerlingen het snappen.

Jouw les is begonnen. Welke vraag stel je jezelf als eerst?

1. Loopt het?
2. leeft het?
3. Lukt het?
4. Leert het?

Je merkt dat jouw les niet loopt. Wat kun je doen?

1. Doorgaan in de hoop dat het beter wordt
2. Andere kant opkijken
3. Leerlingen actief coachen
4. Les stil leggen en uitleg opnieuw doen.

Tijdens de activiteit zie je dat de tikkers ALTIJD winnen. Wat kun je doen?

1. Doorgaan in de hoop dat het beter wordt
2. Aanpassen middels STROOM
3. Lopers actief coachen
4. Stoppen en ander spel kiezen

STROOM gebruiken we om een spel methodisch te kunnen aanpassen. Waar staan de letters voor?

De docent geeft leiding, maar hierin wordt de klas regelmatig gevraagd om hun mening. Deze stijl noemen we:

1. democratisch
2. consulterend
3. laissez faire
4. autoritair

De docent begeleid het groepsproces waarin de leerlingen kiezen wat er wordt gedaan. Deze stijl noemen we:

1. democratisch
2. consulterend
3. laissez faire
4. autoritair

Op plek 2 en 4 moet staan:

1. Onbewust bekwaam - onbewust onbekwaam
2. bewust onbekwaam - onbewust onbekwam
3. bewust bekwaam - bewust onbekwaam
4. bewust onbekwaam - onbewust bekwaam

Als we het hebben over gebruik van een loopfiets dan is dit kindje:

1. onbewust bekwaam
2. bewust bekwaam
3. bewust onbekwaam
4. onbewust onbekwaam

Laatste:
Heb je al een stageplek geregeld?

1. Ja
2. Nee
3. Ben in overleg