Taak 1 opdracht 2 Persona's

Wat zijn persona's?
1 / 11
volgende
Slide 1: Open vraag
HandelMBO

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat zijn persona's?

Slide 1 - Open vraag

           Persona
Een persona (of ijkpersoon) is een zeer gedetailleerde omschrijving van een gebruiker van jouw product of dienst. Met behulp van persona's creëer je 'echte' mensen in plaats van algemene doelgroepen die in de praktijk lastig te targeten zijn

Slide 2 - Tekstslide

Stap 1 – Naam
Elke persona krijgt zijn of haar eigen naam. Bijvoorbeeld Kees, Eva of Jan-Hendrik. Zo zorg je ervoor dat een persona gaat leven binnen je organisatie en iedereen weet waar je het over hebt. Dit is de lastigste en meest subjectieve beslissing bij het maken van een persona. Het moet wel een ‘echte’ Jan-Hendrik of ‘echte’ Eva zijn in de beleving van de mensen die er mee gaan werken.

Slide 3 - Tekstslide

Stap 2 – Wie en wat is hij/zij
Probeer zoveel mogelijk een beeld te schetsen van de persoonlijkheid achter de naam. Leeftijd, geslacht, opleiding(en), denkniveau, professie, fase van de carrière, beheersing van talen, inkomen, burgerlijke staat, kinderen, hobby’s, interesse, technische kennis, enz., enz.. Hoe completer het beeld (zonder te overdrijven), hoe beter.

Slide 4 - Tekstslide

Stap 3 – Demografische gegevens
Om een compleet beeld te geven van de persona is het noodzakelijk ook de omgeving en omstandigheden in kaart te brengen. Zoals woonplaats, soort woning, omgeving, reiswijze of reistijd.

Slide 5 - Tekstslide

Stap 4 – Wensen en doelen
Beschrijf de doelen, wijze van gebruik en wensen die de persona heeft met jullie product(en) of dienst(en). Denk hierbij ook aan secundaire behoeftes als bestelwijze, levertijd, enz..

Slide 6 - Tekstslide

Stap 5 – Zorgen en ergernissen
Wat zijn de zorgen en ergernissen van de persona. Dit is vaak een eyeopener voor organisaties. Maakt de persona zich zorgen om de kwaliteit, leveringsbetrouwbaarheid, prijsniveau of dat een product wel teruggestuurd kan worden? Is het een ergernis dat er met deellevering gewerkt wordt of als er geen vast contactpersoon is? Goed om ook dit in kaart te brengen voor de interne organisatie

Slide 7 - Tekstslide

Stap 6 – Quote en tone of voice
Probeer in een korte quote de behoefte en de tone of voice van je persona weer te geven. Bijvoorbeeld: ‘Ik wil een goed product voor een eerlijke prijs, van een betrouwbare leverancier die begrijpt hoe het in onze branche werkt ’ of ‘Geen gezeur, ik wil goed spul voor niet te veul’

Slide 8 - Tekstslide

Stap 7 – Uiterlijk
Om letterlijk een beeld te kunnen vormen heeft de persona een gezicht nodig, dit maakt het makkelijker je direct tot hem/haar te richten. Dit kan door middel van een illustratie of foto. Nu heb je je persona af, maar hoe ga je er mee aan de slag?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelduitwerking

Angelo is een jongen van 15 jaar en woont in een middelgrote stad. Zijn ouders zijn gescheiden en hij woont samen met zijn zusje Britney bij zijn moeder. Zijn vader ziet hij om het weekend en in de vakanties. In de stad waar hij woont, verveelt hij zich vaak. De meeste jongens spelen voetbal op straat, maar Angelo vindt voetbal niet leuk. Hij hangt veel rond met zijn vrienden en luisteren dan muziek, meestal hiphop. Hij zit op een mbo-school en wil later iets doen in de handel. Handelen vindt hij leuk. Soms koopt hij spullen op de Chinese website Alibaba.com die hij dan weer verkoopt op Marktplaats.nl. Daarmee verdient hij af en toe een paar honderd euro in de maand. Van dat geld koopt hij kleding van merken als Carhart, Stone Island en Rockwell. Zijn favoriete sneakers zijn van Raf Simons. Angelo en zijn vrienden vinden freerunning ‘dope, hard en sick’. Ze zijn dan ook blij dat er een freerunningpark in hun stad komt. Ze kunnen dan hun tricks en moves oefenen en vervelen zich dan minder dan normaal.

Slide 11 - Tekstslide