2022_week3_2ha_les2_Aussprache Vokale und Wiederholung Dativ

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leg je boek open op bladzijde 64!

Slide 2 - Tekstslide

Du hast 2 min für:


  • dich zu setzen
  • Jacke aus
  • Köpfhörer sind weg
  • Handys in die Taschen
  • Laptop liegt auf dem Tisch(und ist zu) 
  • Schulsachen sind auf dem Tisch (Buch, Laptop, Heft, Stift usw.)!
timer
2:00

Slide 3 - Tekstslide

Was machen wir heute?

  • Wörter Lektion 1 schreiben und abfragen

  • Kurze Wiederholung Dativ
  • Selbständig arbeiten und Aufgaben besprechen
  • Hausaufgabe 12 (sprechen)



  • Abschluss/deutsches Lied

Slide 4 - Tekstslide

Am Ende der Stunde........
  • kannst du mindestens drei Präpositionen (voorzetsels) im Dativ (3e naamval) benennen dadurch, dass du Aufgaben gemacht hast.

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf eerst het Nederlandse woord op en daarna de Duitse vertaling erachter!

  • af en toe
  • het soort
  • stoppen, ophouden
  • het optreden
  • behalve
  • daarom
  • oefenen, repeteren
  • de acteur
  • trots
  • het onderwerp

timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Abfragen
  • ab und zu
  • die Art
  • aufhören
  • der Auftritt
  • außer

  • deshalb
  • proben
  • der Schauspieler
  • stolz
  • das Thema


  • af en toe
  • het soort
  • stoppen, ophouden
  • het optreden
  • behalve
  • daarom
  • oefenen, repeteren
  • de acteur
  • trots
  • het onderwerp

Slide 7 - Tekstslide

Geheugen opfrissen

noem 3 voorzetsels die bij de 3e naamval horen en geef de vertaling.
  • aus   
  • bei
  • mit
  • nach
  • seit
  • von
  • zu

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

An die Arbeit

  • Machen im Buch: 
Aufgabe 1 auf Seite 65 (Vul het juiste voorzetsel in) Hulp Grammatik A blz.62

  • Wie? Niet praten en geen vragen stellen. 

  • Fertig? Lees alvast de Tipp op blz. 65 en de woordjes van opdracht 2 en 3
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Aussprache Vokale (klinkers) Seite 65
  •  Lange en korte klinkers
  • Je spreekt een klinker kort uit als er een dubbele medeklinker in het woord staat. Bv: nennen (noemen)
  • Je spreekt een klinker lang uit als: er een h achter de klinker staat. Bv: das Huhn.
  • Als er een dubbele klinker staat. Bv: das Boot
  • Aan het einde van een lettergreep. Bv: ho len of sa gen
  • Voor een ß. Bv der Gruß

Slide 11 - Tekstslide

Wir sprechen zusammen die Wörter nach

  • Aufgabe 2, Seite 65
  • Aufgabe 3, Seite 66
  • Aufgabe 4, Seite 67
=korte klinker
_=lange klinker

Slide 12 - Tekstslide

Aufgabe 12 Steckbrief S.64
  1. Je hebt een ingevulde Steckbrief
  2. Je oefent samen met je buurman/buurvrouw
  3. Één stelt de vragen en de ander geeft de antwoorden
  4. Kijk naar het voorbeeld (Beispiel) onder de Steckbrief.
  5. Na 2 minuten draai ik het rad en spreken een aantal
tweetallen klassikaal.
timer
2:00

Slide 13 - Tekstslide

Am Ende der Stunde........
noem 3 voorzetsels die bij de 3e naamval horen.

Slide 14 - Tekstslide

Hausaufgaben


Lernen: Wörter Kapitel 5, Lektion 1 auf Seite 99. NL-DU und DU-NL
(leer de woorden door ze herhaaldelijk op te schrijven)

Slide 15 - Tekstslide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren
  • na startsignaal: inpakken
  • wel blijven zitten - stil
  • dan sluit ik de les af!
  • dan: klaar :)
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Tschüs!

Slide 18 - Tekstslide