H2 P1: Moleculen en atomen

Moleculen en atomen les 1
Leerdoelen:
  1. Je weet dat moleculen uit atomen zijn opgebouwd.
  2. Je kunt het verschil tussen elementen en verbindingen uitleggen.
  3. Je kunt moleculen weergeven in molecuulformules.
  4. Je kunt de systematische naamgeving van moleculen toepassen.
  5. Je kunt het verschil tussen een scheidingsmethode, een faseovergang en een chemische reactie op microniveau beschrijven.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Moleculen en atomen les 1
Leerdoelen:
  1. Je weet dat moleculen uit atomen zijn opgebouwd.
  2. Je kunt het verschil tussen elementen en verbindingen uitleggen.
  3. Je kunt moleculen weergeven in molecuulformules.
  4. Je kunt de systematische naamgeving van moleculen toepassen.
  5. Je kunt het verschil tussen een scheidingsmethode, een faseovergang en een chemische reactie op microniveau beschrijven.

Slide 1 - Tekstslide

 Moleculen en atomen
Bij een chemische reactie verdwijnen de beginstoffen en ontstaan er nieuwe stoffen

Dit betekent op microniveau dat moleculen van de beginstoffen verdwijnen en wordt nieuwe moleculen van de reactieproducten gevormd. 

Slide 2 - Tekstslide

Moleculen en atomen
Moleculen op microniveau bestaan uit nog kleinere deeltjes, de atomen. Atomen in een molecuul zijn met atoombindingen onderling verbonden. 

Slide 3 - Tekstslide

Atomen en atoomsoorten 

Atomen zijn bouwstenen van moleculen. Er zijn 118 verschillende atoomsoorten, ook wel elementen genoemd. 

Alle atoomsoorten (elementen) hebben hun eigen atoomsymbool bestaand uit een (1) of twee letters.  

Slide 4 - Tekstslide

Molecuulformules
Stoffen bestaan uit moleculen en hierdoor kun je de stoffen weergeven met een molecuulformule
In de molecuulformule kun je zien welke atoomsoorten en hoeveel atomen van elk soort in het molecuul voorkomen. 
Om aan te geven hoe vaak een atoomsoort voorkomt gebruiken we een index. Een index staat altijd rechts onder het atoomsymbool 

Slide 5 - Tekstslide

Chemische reacties 
Met de 118 verschillende atoomsoorten kunnen we miljoenen verschillende moleculen maken. 
Een stof waarvan de moleculen bestaan uit atomen van 1 atoomsoort wordt een element genoemd. 

Element heeft dus twee betekenissen:
  1. Element geeft een atoomsoort aan 
  2. Element is een deeltje (molecuul) dat uit 1 atoomsoort bestaat 

Slide 6 - Tekstslide

Moleculen en chemische reacties 
Moleculen die meer dan 1 atoomsoort bevatten worden verbindingen genoemd. Deze stoffen kunnen ontstaan uit reacties tussen verschillende elementen/atoomsoorten. 

De atomen in een molecuul zijn onderling verbonden met atoombindingen. Tijdens een chemische reactie worden deze atoombindingen in de moleculen van de beginstoffen verbroken en worden er nieuwe bindingen gevormd om nieuwe moleculen te maken. 

Slide 7 - Tekstslide

Formules van verbinding 


 
In onderstaande tabel staan de namen en molecuulformules van bekende verbindingen wat je uit je hoofd moet kennen. 

Slide 8 - Tekstslide

Systematische naamgeving 
Elke stof heeft een eigen systematische naam wat wereldwijd bekend staat. 
Voor moleculaire stoffen bestaand uit 2 atoomsoorten, benoem je de eerste atoomsoort zoals je dat gewend bent en de tweede atoomsoort krijgt een vervoeging. 

Het aantal atomen per soort geef je aan door een griekse telwoord voor de naam van de atoomsoort te zetten. 
Een uitzondering op deze regel is het voor voegsel mono-, deze wordt bij het eerste atoom van een verbinding vaak weggelaten. 

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk V3
Lezen:  H2 paragraaf 1. Moleculen en atomen 
Maken: Opdrachten 1 tot en met 9, als mogelijk 10. 

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk H3
Lezen:  H2 paragraaf 1. Moleculen en atomen 
Maken: Opdrachten 1 tot en met 6. 

Slide 11 - Tekstslide