H4 en H5 grammatica spelling afrondende les (ma 1)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek
  • je iPad (log alvast in bij LessonUp)


1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek
  • je iPad (log alvast in bij LessonUp)


Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Wat weet je al?
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les

Slide 2 - Tekstslide

Gelukkig hebben we opruimgoeroes met hun inspirerende programma’s kunnen verwelkomen.
lijdend voorwerp
onderwerp
werkwoordelijk gezegde
bijwoordelijke bepaling
voorzetselvoorwerp
we
hebben kunnen verwelkomen
met hun inspirerende programma's
gelukkig
opruimgoeroes

Slide 3 - Sleepvraag

Hoe kun je je huis ontdoen van overbodige frutsels?
lijdend voorwerp
onderwerp
werkwoordelijk gezegde
bijwoordelijke bepaling
voorzetselvoorwerp
je
kun ontdoen
van overbodige frutsels
Hoe
je huis

Slide 4 - Sleepvraag

Volgens Sabine, 17 en genomineerd voor de Vechtdal Award, is het hier superleuk. bijstelling:
A
volgens Sabine
B
17 en genomineerd voor de Vechtdal Award
C
A en B samen
D
geen bijstelling

Slide 5 - Quizvraag

Gisteravond gingen we daar eten in dat heel gezellige restaurant.
Bijwoord?
A
gisteravond eten, daar
B
daar, dat gezellige
C
gisteravond, daar, heel
D
heel, gezellige, gisteravond

Slide 6 - Quizvraag

Juiste vorm voltooid deelwoord.
De .......... leerling (redden)
A
reddende
B
gerede
C
geredde
D
reddend

Slide 7 - Quizvraag

Juiste vorm tegenwoordig deelwoord.
Een .......... antwoord (ontwijken)
A
ontweken
B
ontwekende
C
ontwijkend
D
ontwijkende

Slide 8 - Quizvraag

Zij .................. (volleyballen) al
haar hele leven.
tegenwoordige tijd
A
volleyballt
B
volleyballet
C
volleybalt
D
volleybald

Slide 9 - Quizvraag

Hij ......(stagediven) van het
podium het publiek in.
verleden tijd
A
stagedivde
B
stagedivede
C
stagedifede
D
stagedifte

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord is NIET
goed geschreven?
A
cliché
B
vmboër
C
Dennis' rugzak
D
enquête

Slide 11 - Quizvraag

Welk woord is NIET
goed geschreven?
A
mevrouw Van Dijk Pieters
B
non-stop
C
hang-en-sluitwerk
D
€-teken

Slide 12 - Quizvraag

Werkmoment
  • Maak opdrachten van de planner.
  • En test jezelf 4.7, 4.8, 4.9 en 5.9. 
  • Eventueel van 5.7 opdracht 1 voor vzv en bwb
  • Kijk in de planner voor de leerdoelen, beheers je ze?
  • Maak eventueel  Versterk jezelf oefeningen (online)
Je mag zachtjes overleggen en muziek luisteren.
Ik loop rond voor vragen.
Denk aan dicteewoorden 4.9 en 5.9!

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting
  • Donderdag toets.
  • Morgen oefenen voor toets of werken aan pitch.
  • Bekijk de planner in Teams.
vanaf 27-6 pitches

Slide 14 - Tekstslide