T2B1

Thema 2 - Ecologie
B1 Organismen en hun leefomgeving
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 - Ecologie
B1 Organismen en hun leefomgeving

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je het verschil uitleggen tussen biotische en abiotische factoren. 

Aan het einde van de les kan je de organisatieniveaus van de ecologie beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Ecologie
Ecologie = het bestuderen van relaties tussen organismen en hun milieu

Slide 4 - Tekstslide

Hoe hebben konijnen invloed op hun omgeving?

  • ze graven holen en gangen in de grond
  • ze eten planten uit de omgeving
  • ze zijn zelf voedsel voor wezels
  • vacht past zich aan aan het seizoen ( zomer- en wintervacht

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Milieu
Biotische factoren = invloeden die leven, bijvoorbeeld ...
Abiotische factoren = invloeden die niet leven, bijvoorbeeld ...

Slide 8 - Tekstslide

Niveaus in de ecologie
  • Een individu = één enkel organisme
  • Een populatie = een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald leefgebied die zich met elkaar kunnen voortplanten 
  • Een levensgemeenschap = alle populaties in een gebied
  • Een ecosysteem = een levensgemeenschap samen met de abiotische factoren in een gebied

Slide 9 - Tekstslide

Opdrachten
Maken 2.1 opdracht 1 t/m 5 (blz. 88)

Slide 10 - Tekstslide

Voedselrelaties
  • Konijn eet gras: planteneter
  • Hert eet ook gras: planteneter
  • Vos eet konijn: vleeseter
  • Wezel eet ook konijn: vleeseter
  • Reiger eet vis: vleeseter
  • Chimpansees eet vlees en planten: alleseter

Slide 11 - Tekstslide

voedselketen
Voedselketen = een rij met diersoorten wat voedsel is voor elkaar.
  • producent = planten (maken hun eigen voedsel)
  • consumenten = dieren consumeren (eten) stoffen die door planten worden gemaakt. 


Slide 12 - Tekstslide

Hoe maak je een voedselketen??
Hoe lees je dit??
Plant ---->planteneter ---> vleeseter

De plant, wordt opgegeten door de planteneter
De planteneter wordt opgegeten door de vleeseter

Het  ---> kan je dus lezen als: "wordt opgegeten door"

Slide 13 - Tekstslide

Voedselweb
In een voedselweb staan
een aantal verschillende voedselketens.

Een voedselketen begint altijd met een plant.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Kringloop van stoffen
Bacteriën en schimmels
ruimen dode organismen
op -> reducenten
  • voedingsstoffen komen vrij

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht voedselketen
Werk in tweetallen: knip de organismen uit (max. 10 min)

  1. Maak 3 verschillende voedselketens van minimaal 3 organismen: begin met gras 
  2. Maak 3 verschillende  voedselketens van minimaal 3 organismen: begin met lijsterbes 

Slide 17 - Tekstslide

Thema 2 - Ecologie
B2 Piramiden

Slide 18 - Tekstslide

Piramide van aantallen
Piramide van aantallen =  laat zien hoeveel individuen in elke schakel van een voedselketen voorkomen. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Piramide van biomassa
Biomassa = het gewicht van alle organische stoffen in een organisme
  • deze piramide heeft 'altijd' een piramidevorm
  • in een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel kleiner

Slide 21 - Tekstslide

piramide van biomassa

Slide 22 - Tekstslide

Energie in de voedselketen
Verbranding door:
  • brandstoffen
  • bouwstoffen

Energie gaat verloren.
Er word steeds minder doorgegeven.

Slide 23 - Tekstslide

Opdrachten
Maken 2.1 opdracht 1 t/m 8 (blz.82)

Maken 2.2 opdracht 10 t/m 15

Slide 24 - Tekstslide