arm en rijk 3.2
1 / 16
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
timer
0:30
india
bangladesh
pakistan
nepal
Slide 2 - Sleepvraag
welke taal wordt niet dagelijks gesproken in India?
A
hindi
B
engels
C
nepalees
D
sanskriet
Slide 3 - Quizvraag
Het symbool in de Indiase vlag heeft betrekking op
A
het spinnen van katoen
B
op eigen benen kunnen staan
C
steeds opnieuw geboren worden
D
de zesde chakra
Slide 4 - Quizvraag
Wat is niet van toepassing op het India van voor 1947?
A
verstedelijking
B
exploitatiekolonie
C
analfabetisme
D
sociale ongelijkheid
Slide 5 - Quizvraag
Wat is niet van toepassing op India rond 1980?
A
planeconomie
B
de-industrialisatie
C
slechte ruilvoet
D
periferie
Slide 6 - Quizvraag
wat zorgt ervoor dat de welvaart in een arm land toch wat lager is dan je zou verwachten op basis van het gemiddeld inkomen
A
zelfvoorziening
B
prijspeil
C
ongelijkheid
D
hdi
Slide 7 - Quizvraag
wat hoort niet bij de HDI-index?
A
bnp per inwoner
B
levensverwachting
C
analfabetisme
D
ongelijkheid
Slide 8 - Quizvraag
In welk land is de landbouwproductiviteit het hoogst?
A
egypte
B
india
C
nederland
D
tjechie
Slide 9 - Quizvraag
hoe meer mensen werken in deze sector, hoe minder welvarend het land zal zijn
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
Slide 10 - Quizvraag
timer
0:40
47% van werk
17% van BBP
31% van werk
54% van BBP
waarschijnlijk 90% van werk
sowiezo 0% van het BBP
29% van werk
22% van BBP
landbouw
industrie
diensten
informele
sector
Slide 11 - Sleepvraag
Land C is
A
centrum
B
semi-periferie
C
periferie
Slide 12 - Quizvraag
Wat was 100 jaar geleden de belangrijkste handelspartner van Congo-Kinshasa?
A
Angola
B
Centraal-Afrikaanse Republiek
C
Verenigde Staten
D
Belgie
Slide 13 - Quizvraag
timer
0:30
The Big Tech
kobaltwinning m.b.v. kinderarbeid
de grootste fabrikant van computeronderdelen
Slide 14 - Sleepvraag
wat vormt geen specifiek voordeel om in een SEZ te zitten als buitenlands bedrijf?
A
lage lonen
B
lage belastingen
C
goede ligging
D
minder regels
