Evaluatie - toets Inclusie

• MBO
• Studiejaar 1

Evaluatie - Toets Inclusie

1. Maak de onderstaande zin af

Verschil tussen mensen noem je.....

1. Diversiteit
2. Integratie

2. Is de onderstaande bewering juist of onjuist?

Emancipatie zorgt ervoor dat iedereen een gelijke behandeling krijgt

1. Juist
2. Onjuist

3. Het doel van feminisme is:

1. Gelijke behandeling tussen verschillende groepen in de samenleving
2. Gelijke behandeling tussen mannen en vrouwen

4. In Nederland leven verschillende mensen met verschillende religies.

Welke godsdienst is het grootst in Nederland?

1. Boeddhisme
2. Christendom
3. Islam
4. Hindoeïsme

5. Wanneer spreken we van generalisatie?

1. Als we een groep mensen discrimeneren op basis van achtergrond.
2. Als we een conclusie trekken over een hele groep op basis van één geval.
3. Als we een minderheidsgroep racistisch bejegenen.

6. Lees de onderstaande situatie.

Mohammed is 24 jaar oud. Hij solliciteert bij de Jumbo voor een baan als vakkenvuller. Hij heeft al eerder gewerkt bij een andere supermarkt als vakkenvuller en heeft dus ervaring. Mohammed wordt bij de Jumbo afgewezen terwijl Ali (17 jaar) en Jan (17 jaar) wel worden aangenomen.

Er zou hier sprake kunnen zijn van discriminatie op basis van:

1. Afkomst
2. Geslacht
3. Leeftijd

7. Maak de zin af.

Op het moment dat er verschillende bevolkingsgroepen in het dagelijks leven nauwelijks contact hebben met leden van andere groepen, spreken we van sociale.........

1. Integratie
2. Segregatie
3. Inclusie

8. Personen die radicaliseren kunnen signalen afgeven zoals het afzonderen van dierbaren en een continu gevoel van bedreiging. Als je de bovenstaande signalen bij een cliënt ziet, wat moet je dan als eerst doen?

1. Politie inschakelen
2. De cliënt overtuigen dat zijn gevoel onjuist is.
3. Met cliënt in gesprek blijven.

9. Wat houdt integratie in?

1. Als mensen nog een binding hebben met de cultuur waar ze vandaan komen, maar dat ze zich ook verbonden voelen met de nieuwe cultuur.
2. Als mensen de mensen hun oude cultuur helemaal los laten en de nieuwe cultuur overnemen.

10. Communicatie tussen verschillende culturen noemt men:

1. Interculturele communicatie
2. Intergenationele communicatie
3. non-verbale communicatie

11. Inclusie is een belangrijke begrip binnen het sociaal werk.

Wat houdt het woord in?

1. Insluiting in de samenleving van achtergestelde groepen op basis van gelijkwaardige rechten en plichten.
2. Uitsluiting in de samenleving van achtergestelde groepen op basis van gelijkwaardige rechten en plichten.

12. Je werkt als sociaal werker in een buurthuis. Je krijgt de opdracht om een verbindende activiteit te organiseren in de wijk. Welke van de onderstaande activiteiten kies je?

1. Voetbaltoernooi voor jongeren tussen de 12 en 16 jaar oud.
2. Een bingoavond voor ouderen.
3. Een speurtocht voor kinderen tussen de 8 en 12 jaar oud.
4. een straatfeest met verschillende activiteiten voor jong en oud.

14. Wat is een voorbeeld van een tv-programma met een intergenerationele activiteit?

1. Voetbal inside
2. Op volle toeren van Ali B
3. Temptation Island

15. Wat wordt er bedoeld met statushoduers?

1. Iemand die veel status heeft door bijvoorbeeld werk/muziek/sport.
2. Iemand die asielprocedure heeft doorlopen en een verblijfsvergunning voor 5 jaar heeft.
3. Iemand die politiek asiel aanvraagt.

16. Wat is het verschil tussen integratie en inclusie?