Hoofdstuk 1: De vergelijking

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop voor je
       Start je Chromebook/ laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
       Stop je telefoon in je tas of in je jas
      
timer
2:30

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
In deze les gaan we leren wat een vergelijking is. We leren wat letterlijk en figuurlijk taalgebruik is en herkennen van vergelijkingen in een tekst.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling
Ga naar www.kahoot.it en log in met de code.
We gaan nog even kijken of jullie de betekenis van de themawoorden nog weten.
Succes!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les ...
- weet ik wat een vergelijking is
- kan ik letterlijk en figuurlijk taalgebruik herkennen en toepassen.
- kan ik vergelijkingen in een tekst herkennen.

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Vergelijking

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Instructie 
Letterlijk taalgebruik: Er wordt precies bedoeld wat er staat of wordt gezegd.
Figuurlijk taalgebruik: Er wordt iets anders bedoeld dan wat er staat of wordt gezegd.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Theorie 
Een vorm van figuurlijk taalgebruik is een vergelijking. Bij een vergelijking wordt een eigenschap van iets of iemand vergeleken met iets anders, omdat het daarop lijkt.
Op de volgende slides zie je een aantal voorbeelden.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zo sterk als een paard
Voorbeeld: Christof is zo sterk als een paard.
Christof is heel sterk, maar natuurlijk niet zo sterk als een paard. Dat kan niet.
Het is figuurlijk taalgebruik.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijkingen met als
Zij is zo slank als een den.

Zij groeit als kool.

Hij lacht als een boer met kiespijn.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijkingen zonder als
Het water is ijskoud.

Hij is een boom van een vent.

Hij heeft een hart van goud.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is mijn opdracht goed?

Slide 13 - Open vraag

Door leerlingen vooraf na te laten denken over waar de opdracht aan moet voldoen, krijgen ze kwaliteitsbesef. Hierdoor zijn de leerlingen in staat om zelf in te schatten waar hun inspanningen bij de opdracht voor verbetering vatbaar zijn. 
Aan de slag
Maak nu je opdracht 5 en 6 op je stencil dat je hebt gekregen.
Als je klaar bent ga je verder met Numo.
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Slide 16 - Tekstslide

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 
Zo slap als een vaatdoek is?
A
figuurlijk taalgebruik
B
letterlijk taalgebruik

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jan is zo slim als zijn vader is ?
A
figuurlijk taalgebruik
B
letterlijk taalgebruik

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Els is net zo knap als haar moeder is?
A
figuurlijk taalgebruik
B
letterlijk taalgebruik

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Patrick is zo sterk als een leeuw is
A
figuurlijk taalgebruik
B
letterlijk taalgebruik

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Klik op de spinner
Formatief evalueren

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je van de afgelopen les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welk cijfer zou je jezelf geven voor aandacht tijdens deze les?
010

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ben je blij met het resultaat?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welk cijfer zou je mij geven voor deze les?
010

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies