Bijwoorden zijn woorden die aangeven hoe vaak iets gebeurd:
Voorbeelden zijn: always, never, often, sometimes, usually etc etc etc)
Op welke plek komen ze? → Kijk naar het aantal werkwoord(en) in de zin.
Is het 1 werkwoord?
→ is het werkwoord am / are / is / was / were? → dan komt het bijwoord erna
vb: She is really angry (sometimes). → She is sometimes really angry.
→ is het een ander werkwoord? → dan komt het bijwoord voor het laatste werkwoord in de zin
vb: I work really hard (always). → I always work really hard.
2 of meer werkwoorden? → bijwoord voor laatste werkwoord in de zin
vb: They can go home (always). → They can always go home.