Close reading De spin Anansi

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij van spinnen? 

Slide 2 - Tekstslide

Anansi de Spin 
Navertellen:
Ik kan navertellen wat er in het begin, het midden en het einde van het verhaal gebeurt. 
Titel:
Ik kan een titel verzinnen bij het verhaal. 
Creatief:
Ik maak een stripverhaal bij het verhaal. 

Slide 3 - Tekstslide

Volksverhalen 
Volksverhalen worden soms al honderden jaren doorverteld. 

De verhalen van 
Anansi de Spin 
zijn voor het eerst verteld 
in het westen van Afrika.

Slide 4 - Tekstslide

Geschiedenis 
De verhalen van Anansi waren vroeger erg belangrijk voor de mensen in het land Ghana.
Zij moesten als slaven hard werken.
Ze mochten niks van hun eigen cultuur meenemen. 
De verhalen over Anansi konden de mensen stiekem aan elkaar doorvertellen. 
De verhalen zorgden voor troost. 
 

Slide 5 - Tekstslide

Anansi = spin 
Het is de taal van de Akan (een volk uit Ghana).

Klein
Slim
Sluw 
Moedig 
Hij wint van de sterken.  

Slide 6 - Tekstslide

Luister naar het verhaal... 

Slide 7 - Tekstslide

Titel
Bedenk een titel bij dit verhaal. 

Slide 8 - Tekstslide

MAAK EEN STRIPVERHAAL
Vertel in 5 tekeningen het verhaal van Anansi.
De eerste twee tekeningen gaan over het begin van het verhaal.
De middelste tekening over het midden van het verhaal.
De laatste twee tekeningen gaan over het eind van het verhaal.
Schrijf jouw titel erboven. 

Slide 9 - Tekstslide

lesdoel les 1
Aan het einde van de les kan ik het verhaal navertellen. Ik kan vertellen wat er in het begin, midden en eind van het verhaal gebeurt. Ik kan ook een titel verzinnen voor het verhaal.



Slide 10 - Tekstslide

We gaan samen de tekst lezen.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 1
Jullie gaan in groepjes werken en maken opdracht 1 en 2.

Lees het verhaal nog een keer samen. Zet een streep waar deel 1 stopt en deel 2 begint en zet een streep waar deel 2 stopt en deel 3 begint.
timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Jullie gaan zo in groepjes werken
groepje 1
groepje 2
groepje 3
groepje 4
groepje 5
Rami
Lukasz
Juanita
Filip
Tia
Alexander
Nadia
Halil
Emir (6)
Nancy
Julia
Weleson
Fatima
Emir (5)
Yosan

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 2
VERZIN EEN TITEL
De mooiste titel die wordt verzonnen zetten wij straks boven het verhaal.



timer
10:00
1.    Iedereen verzint een titel.
2.    Daarna overleg je in je groepje
wat jullie de mooiste titel vinden en waarom.
3.    Deze titel kiezen jullie.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

lesdoel les 2
Ik kan aan het einde van de les vertellen hoe het komt dat een kleine spin kan winnen van een grote olifant en een grote walvis.





Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 1:

Zoek de woorden op in de tekst en schrijf de betekenis op.





Slide 18 - Tekstslide

mormel (regel 7)
lelijk schepsel

een schepsel is een mens of dier

Slide 19 - Tekstslide

zich verbeelden (regel 10)
* verwaand zijn
* denken dat je beter bent dan een ander.

Ik ben lekker sterker

Slide 20 - Tekstslide

grijze massa (regel 16)
hersenen


Slide 21 - Tekstslide

touwtrekken (regel 17)
met een groep trekken aan een touw om te zien welke groep de sterkste is


Slide 22 - Tekstslide

sjokken (regel 24)
slepend lopen


Slide 23 - Tekstslide

er zwaait wat (regel 33)
je zult straf krijgen


Slide 24 - Tekstslide

uitdagen (regel 40-41)
iemand tot iets uitnodigen of verleiden
bijvoorbeeld een wedstrijd of duel


Slide 25 - Tekstslide

wemelen (regel 51)
krioelen: het wemelde er van de mensen er waren heel veel mensen

Slide 26 - Tekstslide

zich schrap zetten (regel 68)
klaar gaan staan om een zware inspanning te verrichten

Slide 27 - Tekstslide

onoverwinnelijk (regel 81)
niet te overwinnen

Slide 28 - Tekstslide

verklappen (regel 82)
verklikken, een geheim verklappen

Slide 29 - Tekstslide

vermorzelen (regel 96)
tot gruis maken, vertrappen

Slide 30 - Tekstslide

De olifant noemt Anansi een klein mormel. Wat betekent dat?
A
lelijk dier
B
stom dier
C
grappig dier
D
lief dier

Slide 31 - Quizvraag

Welk woord hoort hierbij?


Ik trapte op een krijtje en dat is nu gruis geworden.
A
wemelen
B
uitdagen
C
sjokken
D
vermorzelen

Slide 32 - Quizvraag

Als je zo door gaat krijg je straf, dan                                      
En til je voeten eens op en sleep niet zo met je voeten, je moet niet                               . Wat heb jij in je hoofd zitten want je denkt niet na. Jouw                                werk niet zo goed.                                 
zwaait er wat
sjokken
grijze massa

Slide 33 - Sleepvraag

Welk woord past er bij?


Er krioelen duizenden mieren door elkaar.
A
wemelen
B
zich verbeelden
C
zich schrap zetten
D
verklappen

Slide 34 - Quizvraag

Opdracht 2:
Hoe kan het dat de spin heeft gewonnen van de olifant en walvis?

Overleg met elkaar en probeer het met mooie zinnen zo kort mogelijk op te schrijven.





Slide 35 - Tekstslide

We gaan samen de tekst lezen.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

lesdoel les 3

Ik snap de tekst nu goed. Ik kan mijn menig geven over de spin Anansi.

Ik kan  van het verhaal  een striptekening maken.






Slide 38 - Tekstslide

We gaan samen de tekst lezen.

Slide 39 - Tekstslide

Wat vind jij van het taalgebruik van Anansi?

Slide 40 - Tekstslide

Vind jij het goed of slecht wat Anansi heeft gedaan bij de touwtrekwedstrijd.

Leg ook uit waarom?

Slide 41 - Tekstslide