Onderdeel 3 Cursus 7 spelling paragraaf 6 meervoud op -s en -en

Onderdeel 3 Cursus 7 spelling paragraaf 6
 meervoud op -s en -en
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Onderdeel 3 Cursus 7 spelling paragraaf 6
 meervoud op -s en -en

Slide 1 - Tekstslide

Start van de les!
Bij de start van de les heb je op tafel:
- Je boek Nieuw Nederlands (blz. 234 - 235)
- Je schrift 
- Je pen/etui


timer
1:30

Slide 2 - Tekstslide

Wat we doen:
  • Doelstelling cursus 7 paragraaf 6
  • Uitleg meervoud op -s en -en
  • Aan de slag! 

Slide 3 - Tekstslide

Doelstellingen:
  • Je leert meervoud spellen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is meervoud?

Slide 5 - Open vraag

Wat is het meervoud van winkel?

Slide 6 - Open vraag

Wat is het meervoud van lamp?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het meervoud van boom?

Slide 8 - Open vraag

Meervoud
De meeste zelfstandige naamwoorden hebben een enkelvoud en een meervoud.
Er zijn verschillende manieren waarop je het meervoud van zelfstandige naamwoorden maakt.

  • Zet -s achter het woord
  • Zet -en achter het woord

Slide 9 - Tekstslide

Meervoud: -s acher het woord
Meestal moet -s aan het woord vast:
tafel - tafels;  speldje - speldjes;  vakantie - vakanties

Gebruik 's als het woord verkeerd uitspreekt:
echo - echo's ; kiwi - kiwi's;  oma- oma's 

Woorden die eindigen op een -y krijgen 's
ijslolly - ijslolly's. 

Let op: Als er voor de -y nog een klinker staat, wordt de -s wél aan het woord vastgeschreven:
display - displays; cowboy - cowboys 

Slide 10 - Tekstslide

Uitzondering!
Er zijn ook woorden waarbij het in meervoud allebei kan: -s of -en

aardappel - aardappels of aardappelen. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Aan de slag!
Online:  opdracht 1 t/m 8
Boek: opdracht 1 t/m 6 (blz. 234 en 235 )

Klaar? Extra oefenbladen voor de toets ophalen bij de docent.



timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Op welke manier maak je meervoud van zelfstandige naamwoorden?

Slide 14 - Open vraag

Het meervoud van lolly is?
A
lollys
B
lollyen
C
lolly's

Slide 15 - Quizvraag

Zet de woorden in het meervoud. 
Kies uit -s of -en
-s
-en
vogel
bank
aardappel
huisje
penalty
tand
training
file
kaartje
horloge
wand
vorm

Slide 16 - Sleepvraag

Wat is het meervoud boot?
A
boots
B
boten
C
booten

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het meervoud boot?
A
boots
B
boten
C
booten

Slide 18 - Quizvraag

Zet het woord in het meervoud?
Kies -s of -en
lamp
A
-s
B
-en

Slide 19 - Quizvraag

Zet het woord in het meervoud?
Kies -s of -en
thriller
A
-s
B
-en

Slide 20 - Quizvraag

Vond je deze paragraaf moeilijk of makkelijk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Waarom vind je dat?

Slide 22 - Open vraag

Vragen?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide