Persoonsvorm/onderwerp en lijdendvoorwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Goedemorgen ,

Welkom bij Nederlands

Wat gaan we doen

Startvraag

Les doel bespreken

Herhalen

Aan de slag

Startvraag

Alle scholen moeten tegelijk vakantie krijgen

Herhalen

Hoe vind ik de persoonsvorm ook alweer?

Hoe vind ik het onderwerp?

Les doel

Aan het eind van deze les:

Kun je uitleggen wat een lijdend voorwerp is

Kun je een lijdend voorwerp vinden in een zin

Persoonsvorm/onderwerp en lijdendvoorwerp

Hoe vind je pv?

De persoonsvorm is altijd een werkwoord. Je kan de persoonsvorm in iedere zin vinden op drie verschillende manieren:

1 - De vraagproef: Zij heeft. --> Heeft zij? --> heeft is de persoonsvorm
2 - De tijdproef: Wij spelen. --> Wij speelden. --> spelen is de persoonsvorm
3 - De getalproef: Ik kijk. --> Wij kijken. --> kijk is de persoonsvorm

Hoe vind je het onderwerp?

Onderwerp

Het onderwerp in een zin geeft aan wie iets doet of wat er is. Als je het gezegde hebt gevonden dan kan je erachter komen wat het onderwerp is, door jezelf de volgende vraag te stellen:

wie of wat + gezegde?

Bijvoorbeeld: Zij slaan. --> Wie slaat? --> Zij is het onderwerp.

Schrijf van alle volgende zinnen

steeds de persoonsvorm en het onderwerp op!

De EHBO'er verzorgde de man op de juiste manier.

Op deze manier heb ik er niet heel veel zin meer in.

Waarom liep de geirriteerde man boos weg?

Een volgende keer gaan we dit op een andere manier oplossen/

De scheidsrechter keurde het terecht doelpunt af.

De vraag is of het doelpunt buitenspel was.

Schrijf van de volgende steeds de persoonsvorm onderwerp en het lijdend voorwerp op.

Mijn vader leest de krant.

Ik koop een nieuwe fiets.

Met voetbal maakt hij graag een sliding.

Ik wil een nieuwe telefoon kopen.

Haar vriendin sprong een gat in de lucht.

Sem heeft zijn moeder vanochtend gesproken.

Alle mensen hebben vrije tijd nodig.

Welke netflix serie kijk jij nu?

Ik ga een pizza bestellen.

Scrijf hieronder twee zinnen waar een pv een onderwerp en lijdend voorwerp in zit!

Laat de lesson up aan meneer van Zomeren zien ter goedkeuring.

Aan de slag

Maak de opdrachten van Grammatica paragraaf 6