Anatomie en fysiologie van het centraal zenuwstelsel

• Verzorgende
• MBO
• Studiejaar 2

Centrale en perifere zenuwstelsel

Lesdoelen 

• De student kan benoemen wat het verschil is tussen het centraal zenuwstelsel en perifeer zenuwstelsel. 
• De student kan benoemen welke onderdelen in de hersenen van invloed zijn binnen het centraal zenuwstelsel. 

Deze les

- Instructie theorie

- Filmpje snijden hersenen

- Quiz

- Huiswerk

Twee orgaanstelsels coördineren alle andere orgaanstelsels

Zenuwstelsel en hormoonstelsel

11 orgaanstelsels 

2 soorten zenuwstelsel

Grote hersenen

Hersenstam

De hersenstam regelt alle basale lichaamsfuncties.

Pupilreflex

Dichtknijpen ogen

Slikken/ hoesten

Tussenhersenen

Thalamus, wel of niet doorgeven informatie

Hypothalamus en hypofyse autonome functies en hormoon afgifte

Epifyse (pijnappel) geeft melatonine

Zenuwcel= hersencel

Een dendriet is een korte uitloper van de hersencel die zenuwprikkels opvangt en deze naar de hersencel toe geleidt.

Een axon is een lange uitloper van de hersencel die zenuwprikkels van de hersencel af geleidt.

Kijkopdracht

Bekijk het volgende filmpje en schrijf voor jezelf op

Wat is de grijze stof in de hersenen?

Wat is de witte stof in de hersenen?

Grijze stof= ontvangt informatie

Witte stof= geeft informatie af

Perifeer zenuwstelsel

Centraal zenuwstelsel bestaat uit

1. Hersenen en ledematen
2. Ruggenmerg en ledematen
3. Ledematen en ruggenmerg
4. Hersenen en ruggenmerg

Hersencellen noemt men ook wel

1. Haarcellen
2. Zenuwcellen
3. Botcellen
4. Teencellen

Wat doen dendrieten?

1. Ontvangt zenuwprikkels
2. Geleid de prikkels
3. Doen eigenlijk bijzonder weinig
4. Zorgt voor een goede nachtrust

Welk zenuwstelsel bestaat uit hersenen en ruggenmerg?

1. Centraal zenuwstelsel
2. Hormoonzenuwstelsel
3. Hersen zenuwstelsel
4. Perifeer zenuwstelsel

Overbrengen van informatie van de ene zenuwcel naar de ander doen de

1. Megatransmitters
2. Hersendelen
3. Neurotransmitters
4. Ruggenmerg