Les 1 Economische dimensie

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
Aankoop en verkoop
Waarom offertes?  
Lening en rente 
Op de jaarrekening 

Slide 2 - Tekstslide

Hoe duur is de JCB Fastrac 4190 Kommunal Tractor

Slide 3 - Open vraag

Wat kost een melkrobot Lely A5?

Slide 4 - Open vraag

Aankoop als consument
  • Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag.
  • Dit is het bedrag dat ik als bedrijf ontvang ZONDER btw.
  • Consumentenprijs = verkoopprijs + btw.
  • Dit is het bedrag wat ik als bedrijf ontvang MET btw.
  • Bedrijven moeten de btw afstaan aan de overheid, dus zij houden alleen de verkoopprijs over.

Slide 5 - Tekstslide

Moet ik mijn inkomsten via Marktplaats doorgeven aan de belastingdienst?

Slide 6 - Open vraag

Wat zet je in een offerte?
  1. Jouw eigen bedrijfsgegevens
  2. De gegevens van de klant
  3. Offertedatum, offertenummer en geldigheidsduur
  4. Omschrijving van de diensten en/of producten
  5. Uurtarieven, prijzen en berekening
  6. Algemene voorwaarden (de ‘kleine lettertjes’)
  7. Datum/handtekening voor akkoord

Slide 7 - Tekstslide

Offertes

Offertes aanvragen zijn heel erg nuttig. Het stelt je in staat om te weten te komen hoeveel de uitvoering van een dienst zal kosten en om prijzen van verschillende dienstverleners te vergelijken. Een offerte is een formeel aanbod tot het sluiten van een overeenkomst.
Offerte of factuur?

Het verschil tussen een offerte en een factuur is daarmee dat je de offerte gebruikt om je klant aan te geven wat iets (ongeveer) gaat kosten en de factuur verstuur je op het moment dat je klant daadwerkelijk moet gaan betalen voor iets wat je gaat doen of al hebt gedaan

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Lenen
Lenen heeft een hoger rentepercentage dan sparen
Vergoeding voor de lening: rente 

Lening terugbetalen: aflossing
Maandelijkse aflossing = termijnen

Krediet is een ander woord voor lening

Slide 10 - Tekstslide

Jaarrekening
Een bedrijf moet een jaarrekening opstellen. Hierin is de balans en winst- en verliesrekening opgenomen. Inclusief een toelichting 

Slide 11 - Tekstslide

Fiscale en-bedrijfseconomische jaarrekening
We maken onderscheid tussen de bedrijfseconomische jaarrekening en de fiscale jaarrekening.
De fiscale jaarrekening moet voldoen aan de gestelde normen van de belastingdienst en wordt gebruikt om te bepalen hoeveel inkomsten- en/of vennootschapsbelasting er moet worden afgedragen. De bedrijfseconomische jaarrekening geeft een totaalbeeld van de financiële situatie van een onderneming. Dit laatste type jaarrekening wordt vaak ingezet bij (her)financiering en/of de verkoop van een onderneming.

Slide 12 - Tekstslide

Drie verschillende jaarrekeningen
Interne jaarrekening 



  • De jaarrekening voor het management van de onderneming 
  • Doel: informatie verschaffen om de onderneming te kunnen sturen (stuurinformatie)
  • Vaak veel uitgebreider dan de externe jaarrekening, bijvoorbeeld cijfers per product, vestiging, regio. 
  • Wordt regelmatig opgesteld (permanentie) 
Externe jaarrekening 





  • De jaarrekening volgens wet- en regelgeving voor het afleggen van verantwoording (corporate governance) aan:
     - Aandeelhouders 
     - Andere belanghebbenden (stakeholders) zoals banken, leveranciers, klanten en werknemers.
  • Wordt meestal één keer per jaar opgesteld, soms vaker
Fiscale jaarrekening 





  • De jaarrekening volgens de fiscale wetgeving
  • Doelstelling fiscale optimalisatie; zo min mogelijk belasting betalen door winst zo laag mogelijk te houden

Slide 13 - Tekstslide

Jaarrekening is niet verplicht
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

De Jaarrekening bestaat uit:
A
Balans en bestuursverslag
B
Balans, W&V-rekening, toelichting op beide
C
Balans en Winst-& verliesrekening
D
Balans, W&V-rekening en een bestuursverslag

Slide 15 - Quizvraag

Waar wordt een jaarrekening gedeponeerd?
A
Bij de KvK
B
Bij de IFRS
C
Bij de belastingdienst
D
Bij de aandeelhouders

Slide 16 - Quizvraag

Wat hoort er niet in een jaarrekening?
A
winst- en verliesrekening
B
Balans
C
brutowinstmarge
D
Toelichting

Slide 17 - Quizvraag

Het jaarverslag bevat altijd de jaarrekening
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Huiswerk:
paragraaf 1 Economische dimensie

Slide 19 - Tekstslide