Je hele lichaam bestaat uit cellen. Uit welke 3 onderdelen bestaan je cellen?
Slide 13 - Open vraag
Wanneer kun je ene gebreksziekte krijgen?
Slide 14 - Open vraag
Benoem uit elk vak van de schijf van vijf een voedingsmiddel en een voedingsstof. Vak 1: Vak 2: Vak 3: Vak 4: Vak 5:
Slide 15 - Open vraag
Leg uit wanneer je gezond eet.
Slide 16 - Open vraag
Leg uit hoe het komt dat je voedsel maar één kant op gaat als je slikt. Verwerk in je antwoord de begrippen huig en strottenklepje.
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Welke weg legt voedsel af in je verteringsstelsel? Schrijf op in de goede volgorde: dikke darm- slokdarm – endeldarm – dunne darm – mondholte – twaalfvingerige darm – maag.
Slide 19 - Open vraag
Leg uit wat peristaltische bewegingen zijn.
Slide 20 - Open vraag
In het lichaam worden verteringssappen gemaakt die helpen bij de vertering. Welke verteringssappen worden gemaakt in ons lichaam?
Slide 21 - Open vraag
Wat vindt er plaats in de dunnen darm?
Slide 22 - Open vraag
Leg uit wat het voordeel is van darmplooien in de dunne darm.