Toets H5 De republiek, een bijzonder land

Welk begrip past bij de volgende omschrijving:

Een plaats waar ingekochte handelswaar wordt opgeslagen om vanwaaruit weer verder te worden verhandeld.
A
Driehoekshandel
B
Handelspost
C
Stapelmarkt
D
Monopolie
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welk begrip past bij de volgende omschrijving:

Een plaats waar ingekochte handelswaar wordt opgeslagen om vanwaaruit weer verder te worden verhandeld.
A
Driehoekshandel
B
Handelspost
C
Stapelmarkt
D
Monopolie

Slide 1 - Quizvraag

Welk begrip past bij de volgende omschrijving:

Handelsbedrijf dat in 1602 werd opgericht. De VOC had als enige het recht om handel te drijven met de gebieden in Azië
A
West-Indische Compagnie (WIC)
B
Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)
C
Staten-Generaal
D
Gouden Eeuw

Slide 2 - Quizvraag

Welk begrip past bij de volgende omschrijving:

Aanvoerder van leger en vloot
A
Stadhouder
B
Regent
C
Staten-Generaal
D
Absolutisme

Slide 3 - Quizvraag

Welk begrip past bij de volgende omschrijving:

Vorm van bestuur waarbij de koning alle macht heeft.
A
Monopolie
B
Monarchie
C
Absolute macht
D
Absolutisme

Slide 4 - Quizvraag

Welk begrip past bij de volgende omschrijving:

Zaken die mensen belangrijk vinden in hun leven, zoals behulpzaamheid, eerlijkheid of een goed Christen zijn.
A
Verdraagzaamheid
B
Wetenschappelijke revolitie
C
Waarden
D
Normen

Slide 5 - Quizvraag

Welk begrip past bij onderstaande omschrijving?

Periode tussen 1600 en 1700 waarin in Europa door geleerden veel ontdekkingen werden gedaan.
A
Wetenschappelijke revolutie.
B
Gouden eeuw.
C
Absolutisme
D
Migratie

Slide 6 - Quizvraag

Monarchie 
Migratie
Absolute macht
Monopolie
Driehoekshandel
Verhuizing van het ene land naar het andere
Vorm van bestuur met aan het hoofd een koning
Het recht om als enige handel te drijven
Alle macht is in handen van één persoon
De handel tussen West Afrika, Amerika en Europa

Slide 7 - Sleepvraag

Welk begrip past bij de afbeelding?
A
Handelskapitalisme
B
Driehoekshandel
C
Gouden eeuw
D
Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)

Slide 8 - Quizvraag

In welke periode valt de Gouden Eeuw?
A
1500-1600
B
1600-1700
C
1700-1800
D
1900-2000

Slide 9 - Quizvraag

Hiernaast zie je een afbeelding. Wat is de juiste benaming van dat gebied?
A
De Nederlanden
B
Koninkrijk der Nederlanden
C
De Nederlandse Staat
D
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

Slide 10 - Quizvraag

Klik op de bron hiernaast. Lees deze goed door.

Welk begrip past het beste bij deze tekst?
A
Absolute macht
B
Wereldeconomie
C
Driehoekshandel
D
Monopolie

Slide 11 - Quizvraag

De groeiende handel tussen De Republiek en met het Oostzeegebied is een van de oorzaken van de groeiende handel en nijverheid in De Republiek.

Leg uit waarom.

Slide 12 - Open vraag

Tijdens de 17de eeuw is er sprake van migratie naar de Republiek. Noem een oorzaak waarom mensen migreerden naar de 17de eeuwse Republiek.

Slide 13 - Open vraag

Benoem twee redenen waarom kooplieden uit de Republiek zich gingen verenigen in Compagnieën, zoals de VOC en de WIC.

Slide 14 - Open vraag

In de 17de eeuw hadden de meeste Europeanen geen moeite met slavenhandel en slavernij. Leg uit waarom.

Slide 15 - Open vraag

Benoem 4 gewesten die deelnamen aan de Staten-Generaal van de Republiek.

Slide 16 - Open vraag

De republiek werd bestuurd door de Staten-Generaal. Daarin zaten de Regenten en de stadhouder. Leg een verschil uit tussen deze bestuurders.

Slide 17 - Open vraag

Let op: lees de vraag goed door!

Leg uit waarom de Republiek op het gebied van geloof en bestuurd anders werd bestuurd dan de meeste Europese landen, en geef daarvan een voorbeeld.

Slide 18 - Open vraag

Zet de woorden in de gele vakken in de juiste tijd.
Van oud naar nieuw. Nummer 1 is de oudste.

1.

2.
3.
4.
Einde van de opstand.
Oprichting VOC
De Spanjaarden veroveren Antwerpen
Oprichting WIC

Slide 19 - Sleepvraag