samengestelde zinnen

Lesdoelen
Ik weet wat een enkelvoudige zin is.
Ik weet wat hoofdzinnen en bijzinnen zijn.
Ik kan zelf een samengestelde zin maken.

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
Ik weet wat een enkelvoudige zin is.
Ik weet wat hoofdzinnen en bijzinnen zijn.
Ik kan zelf een samengestelde zin maken.

Slide 1 - Tekstslide

Is de volgende zin enkelvoudig of meervoudig?
Jan loopt met zijn drie vrienden door de dierentuin.
A
enkelvoudig
B
meervoudig

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een persoonsvorm?

Slide 3 - Open vraag

Onderwerp van een zin.
Om wie of wat gaat het?
Stappenplan:
1. Wat is de persoonsvorm?
2. Wie of wat + persoonsvorm? ----> onderwerp.

Slide 4 - Tekstslide

Onderwerp
Persoonsvorm
De kat
lag
de hele avond
op mijn laptop

Slide 5 - Sleepvraag

Samengestelde zinnen

Slide 6 - Tekstslide

Zinnen
Een enkelvoudige zin heeft één persoonsvorm.
Ik hoop op een witte kerst.

Een meervoudige zin heeft meerdere persoonsvormen.
Ik hoop op een witte kerst, want dat vind ik romantisch.

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn kenmerken van samengestelde zinnen?
A
Er staan een aantal woorden met hoofdletters in de zin.
B
Er staan twee persoonsvormen in.
C
Er staat een signaalwoord of voegwoord in.
D
De zin bestaat altijd uit een hoofdzin en een bijzin.

Slide 8 - Quizvraag

Tekstverbanden:

Concluderend

Redengevend

Tegenstellend

Opsommend
timer
1:30
toch
en
nog
maar
dus
want
concluderend
omdat

Slide 9 - Sleepvraag

Nakijken huiswerk 

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdzin en hoofdzin
In een samengestelde zin staat minimaal één hoofdzin.
Een hoofdzin is ook zonder het andere deel een goede zin.
In een hoofdzin staan er geen woorden tussen ond en pv.
Ik koop een ijsje, want ik heb het warm
Ik koop een ijsje.
Ik heb het warm.
hoofdzin + hoofdzin

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdzin en bijzin
Een bijzin zegt iets over de hoofdzin. 
Onderwerp en persoonsvorm hoeven niet naast elkaar te staan.
Ik koop een ijsje omdat ik het warm heb.
hoofdzin bijzin
Afhankelijk van het voegwoord (signaalwoord)
Omdat ik het warm heb, koop ik een ijsje.
bijzin hoofdzin

Slide 12 - Tekstslide

Zelf oefenen
timer
4:00

Slide 13 - Tekstslide

Antwoorden vergelijken
timer
4:00

Slide 14 - Tekstslide

Meerdere bijzinnen
Ik ga met mijn vrienden naar de dierentuin, omdat ik ze graag wil zien en ze door Corona niet thuis mag ontvangen.

Toen hij haar na jaren weer terug zag, schrok hij van hoe zij eruit zag.
Ellemieke geeft een feest en ze heeft de hele klas uitgenodigd behalve Karel, omdat ze die niet mag.  

Slide 15 - Tekstslide

Oefenen

Slide 16 - Tekstslide

Lesdoelen
Ik weet wat een samengestelde zin is.
Ik weet wat een enkelvoudige zin is.
Ik weet wat hoofdzinnen en bijzinnen zijn.
Ik kan zelf een samengestelde zin maken.

Slide 17 - Tekstslide