H1.1 pluriforme samenleving

PLURIFORME SAMENLEVING 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

PLURIFORME SAMENLEVING 

Slide 1 - Tekstslide

cultuur

Slide 2 - Woordweb

Na deze les kan ik 
  • uitleggen wat cultuur is 
  • voorbeelden geven van verschillende subculturen 
  • uitleggen waarom Nederland een pluriforme samenleving is  

Slide 3 - Tekstslide

Nederland is een pluriforme samenleving
pluriform = veel vormen 

pluriforme samenleving: samenleving met verschillende culturen en leefstijlen. 

Slide 4 - Tekstslide

cultuur
cultuur zijn alle waarden, normen, gewoontes en tradities van een groep. 
dominante cultuur: de cultuur van de meeste mensen in een samenleving 
subcultuur: een groep mensen met cultuurkenmerken die afwijken van de dominante cultuur 

Slide 5 - Tekstslide

naar de moskee gaan hoort bij
A
dominante cultuur
B
subcultuur

Slide 6 - Quizvraag

Stamppot eten hoort bij
A
dominante cultuur
B
subcultuur

Slide 7 - Quizvraag

Carnaval vieren hoort bij
A
dominante cultuur
B
subcultuur

Slide 8 - Quizvraag

Fietsen naar school of werk hoort bij
A
dominante cultuur
B
subcultuur

Slide 9 - Quizvraag

cultuurverschillen ontstaan door
  • stad of platteland: op het platteland is bijvoorbeeld meer sociale controle. 
     sociale controle is dat mensen op elkaar letten. 
  • inkomen en maatschappelijke positie 
  • land van herkomst voor jou en/of je (voor) ouders:
     mensen met een migratieachtergrond: als iemand zelf of één  of beide ouders in het   buitenland zijn geboren. 
     autochtoon: iemand die zelf en waarvan beide ouders in NL geboren zijn. 
  • leeftijd 
  • mannen en vrouwen :rolpatronen zijn ongeschreven regels over gedrag dat van mannen en vrouwen wordt verwacht
  • godsdienst 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

IDENTITEIT
Hoe jij wordt wie je bent, wordt grotendeels bepaald door:

• socialisatie en internalisatie;
• identificatie;
• karakter en ervaringen.

Slide 12 - Tekstslide

Socialisatie en intenalisatie


Socialisatie: het aanleren van de cultuurkenmerken
van een groep of samenleving.
Internalisatie: aangeleerde waarden, normen en gewoonten
zijn een automatisch deel van je gedrag geworden.


Slide 13 - Tekstslide

Identificatie

Identificatie: je wilt op iemand lijken en je neemt het
gedrag van die persoon over.
Karakter en ervaringen
Je karakter hoort bij je aangeboren eigenschappen.
Maar ook je ervaringen hebben invloed op je


Slide 14 - Tekstslide

Mensen zijn uniek, maar horen ook altijd bij een groep.
Limburgers zijn een groep, net als katholieken, of
PSV-supporters. Bij groepsidentificatie voel je je verbonden met een groep mensen, omdat je dezelfde kenmerken of gewoonten hebt. In een groep ontstaat een wij-gevoel: het gevoel dat je bij elkaar hoort. Maar met ‘wij’ kan je ook mensen uitsluiten: ‘zij’. Uitsluiting betekent dat je er niet bij hoort.




Slide 15 - Tekstslide

1

Slide 16 - Video

01:25
Welk begrip past bij deze video?
A
mensen met migratieachtergrond
B
rolpatroon
C
sociale controle

Slide 17 - Quizvraag

1

Slide 18 - Video

01:43
Noem 2 verschillen tussen de jaren 60 en nu die je ziet in het fimpje

Slide 19 - Open vraag

Nederland is een pluriforme samenleving. Leg uit wat dit betekent.

Slide 20 - Open vraag