Zuurstof toedienen

Een ander woord voor zuurstof tekort
A
Hypochonder
B
Hypoxie
C
Cyanose
D
Dyspnoe
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Een ander woord voor zuurstof tekort
A
Hypochonder
B
Hypoxie
C
Cyanose
D
Dyspnoe

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je nodig om voldoende zuurstof bij de weefsels te krijgen?
A
Goede ventilatie en goede perfusie
B
Effectief circulerend volume
C
Goede perfusie, voldoende functioneel Hb
D
A,B en C zijn goed

Slide 2 - Quizvraag

Ventilatie: verschaffen van frisse lucht in de longen.
Perfusie: Deel van de longcapillairen wat doorbloedt wordt.

Effectief circulerend volume: het volume van arterieel bloed dat effectief door de weefsels stroomt
Langs welke route bereikt zuurstof de longblaasjes?
A
neusholte - keelholte - luchtpijp - strottenhoofd - luchtpijptakje - bronchiën - longblaasjes
B
keelholte-neusholte- strottenhoofd - luchtpijp - bronchiën - longblaasjes
C
neusholte -strottenhoofd- keelholte - luchtpijp- bronchiën - alveoli(longblaasjes)
D
neusholte-keelholte-strottenhoofd - luchtpijp - bronchiën - alveoli (longblaasjes).

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In verband met een pneumonie wordt Asja opgenomen in het ziekenhuis. Zij krijgt 3 liter zuurstof voorgeschreven per minuut. Je neemt haar mee voor een onderzoek.
Je hebt tot je beschikking een zuurstoffles van 5 liter waarvan de manometer op 105 bar staat. Dit houdt in dat Asja voldoende zuurstof heeft voor..... minuten
A
175
B
525
C
52,5
D
17,5

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer een zorgvrager een te hoge dosis zuurstof krijgt kan hij klagen over?
A
Hoofdpijn
B
Pijn op de borst
C
hoesten
D
alle genoemde antwoorden

Slide 5 - Quizvraag

Bij te hoge dosis zuurstof kunnen er ook spiertrekkingen ontstaan in het gezicht. 

Zuurstof opnemen in het bloed en CO2 afgeven aan de lucht is een functie van:
1
A
De grote bloedsomloop
B
De kleine bloedsomloop
C
Het hart
D
De grote- en de kleine bloedsomloop

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke patiënt heeft een minder verhoogd risico op het krijgen van een pneumonie?
A
Dhr. Jansen, 56 jaar, met gebroken ribben na een avondje karten
B
mw. Peters,85 jaar, bekend met COPD gestopt met roken
C
Dhr. Martens, 23 jaar , met een gebroken enkel op de orthopedie afdeling
D
Mw. Kruiswijk, 45 jaar, krijgt chemotherapie i.v.m. borstkanker.

Slide 7 - Quizvraag

B: ouderdom en COPD geeft een verhoogde kans omdat de trilhaartjes minder goed werken. Micro organismen dringen dan makkelijker door in de dieper gelegen longblaasjes.

D: Chemotherapie zorgt voor vermindering van de weerstand. witte bloedcellen dalen waardoor kans op infectie toeneemt.
Dhr. Jansen is opgenomen in een hospice. Dhr. krijgt continue palliatieve sedatie toegediend. Dhr. is niet meer bij bewustzijn.
Hij komt wat benauwd over, zijn saturatie is 90%. Is het zinvol om zuurstoftherapie te starten
A
zinvol
B
niet zinvol

Slide 8 - Quizvraag

Zuurstof therapie bij een patiënt in de stervensfase is niet zinvol omdat het leven soms ongewenst wordt verlengt. 
Daarnaast kunnen patiënten in de stervensfase niet goed ademen, waardoor hypercapnie ontstaat. Hierdoor verlaagt het bewustzijn en verdwijnt het gevoel van dyspneu. Patiënten hebben geen hinder van  de dyspnoe bij afwezigheid van bewustzijn. Wimperreflex kan toegepast worden. Is op te wekken door met de vinger langs de oogharen te strijken. De normale reactie is het knipperen met het ooglid.
Een 72-jarige man wordt door de huisarts doorverwezen naar het ziekenhuis vanwege koorts, aanhoudend hoesten en algehele malaise. De patiënt vertelt dat zijn rechterborst pijn doet bij het hoesten en wanneer hij diept ademhaalt. Welke verpleegkundige acties voer je uit voordat je gaat overleggen met de arts?

Slide 9 - Open vraag

- temp 38.2
- saturatie 89%
- ademhaling 32 b/min 
  • frequentie, regelmaat, diepte,
  • symmetrie, geur, geluid, geen bijzonderheden
- hartslag 75 regulair
- bloeddruk 130/70 mm/hg.
- huidskleur: rode gelaatskleur
- ademhalingspatroon (tachypneu).
- hoesten, sputum? kleur
- Vas score:7


Waar denk je aan?

Slide 10 - Open vraag

Pneumonie (= het juiste antwoord, na verder bloedonderzoek blijkt dat de crp is verhoogd en op x-thorax is een infiltraat zichtbaar)
Een 66-jarige man, bekend wegens een chronische obstructieve longaandoening en nicotinegebruik, werd opgenomen vanwege een toenemende kortademigheid sedert een aantal dagen. Dhr. rookt gemiddeld 15 sigaretten per dag. Dhr. krijgt 2 liter zuurstof toegediend, saturatie 93%. Het is de eerste keer dat dhr. in het ziekenhuis wordt opgenomen.
Dhr. is erg onrustig en heeft een opgejaagd gevoel. Wat zou er aan de hand kunnen zijn?

Slide 11 - Open vraag

Er zijn verschillende mogelijkheden waardoor dhr. een opgejaagd onrustig gevoel heeft. In dit geval komt het omdat hij niet kan/mag roken en zijn het onthoudingsverschijnselen. Biedt zorgvragers met een rookverslaving nicotine pleisters aan.
Dezelfde zorgvrager hield de dag na opname, zittend naast zijn bed, een aansteker bij zijn gezicht om te kijken of deze nog werkte. Welk risico zit hieraan en wat leg je uit over het gebruik van zuurstof?

Slide 12 - Open vraag

Houdt ontvlambare middelen uit de buurt (ook spuitbussen, vaseline, parfums).

Niet teveel zuurstof toedienen, in opdracht van een arts.

zorg ervoor dat zuurstof cillinders goed vast en rechtop staan. 

Gebruik van te veel zuurstof kan wel tot klachten leiden. Een remming van de ademhaling en een ophoping van koolzuur in het bloed kunnen uiteindelijk zorgen voor hoofdpijn, prikkelbaarheid, slaperigheid en bewustzijnsstoornissen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies