Spelling (2)

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Meervoud op -en
stoel - stoelen
boom - bomen (klinkerweglating)
sok - sokken (medeklinkerverdubbeling)
raaf - raven (f wordt v) | fotograaf - fotografen (uitzondering)
huis - huizen (s wordt z) | plaats - plaatsen (uitzondering)
blik - blikken (klemtoon op ik) [-es, -et]
perzik - perziken (klemtoon niet op ik) [-es, -et]

Slide 3 - Tekstslide

Meervoud op -s

regel - 
regels

Meervoud op -'s
bikini - bikini's
(i, o, u, a, medeklinker + y)
wc - wc's
(afkortingen)
Meervoud op -en en -s

seconde - 
seconden / secondes

Meervoud op -i
politicus - politici
(cus wordt i)

Slide 4 - Tekstslide

Meervoud op -a of -s

museum - 
musea / museums
(um wordt a of s)

Meervoud op -eren

kind -
kinderen

Slide 5 - Tekstslide

Meervoud op -eën

melodie - melodieën
zee - zeeën
(klemtoon op -ie/-ee)

Meervoud op -ën

bacterie -
bacteriën
(klemtoon niet op -ie)

Slide 6 - Tekstslide

Meervoud van:
lift
A
liften
B
lifts

Slide 7 - Quizvraag

Meervoud van:
blik
A
bliken
B
blikken
C
bliks

Slide 8 - Quizvraag

Meervoud van:
haar
A
haren
B
haaren

Slide 9 - Quizvraag

Meervoud van:
drie
A
dries
B
drien
C
driën
D
drieën

Slide 10 - Quizvraag

Meervoud van:
bacterie
A
bacteries
B
bacterien
C
bacteriën
D
bacterieën

Slide 11 - Quizvraag

Meervoud van:
sap
A
sapen
B
sappen

Slide 12 - Quizvraag

Meervoud van:
lied
A
lieden
B
lieds
C
liederen

Slide 13 - Quizvraag

Meervoud van:
datum
A
data
B
datums
C
data/datums

Slide 14 - Quizvraag

Meervoud van:
boef
A
boefen
B
boeven
C
boefs

Slide 15 - Quizvraag

Meervoud van:
havik
A
haviken
B
havikken
C
haviks
D
havikeren

Slide 16 - Quizvraag

Meervoud van:
kanarie
A
kanarien
B
kanaries
C
kanarie's

Slide 17 - Quizvraag

Meervoud van:
olie
A
olies
B
olien
C
oliën
D
olieën

Slide 18 - Quizvraag

Meervoud van:
accu
A
accuen
B
accus
C
accu's

Slide 19 - Quizvraag

Meervoud van:
tv
A
tven
B
tvs
C
tv's

Slide 20 - Quizvraag

Meervoud van:
technicus
A
technicussen
B
technicuss
C
technicus's
D
technici

Slide 21 - Quizvraag

Meervoud van:
idee
A
idees
B
ideen
C
ideën
D
ideeën

Slide 22 - Quizvraag

Meervoud zelfstandig gebruik bijvoeglijke naamwoorden

'Lust je een rood snoepje of liever een paars?'
'De jongsten geven de begeleider een hand.'

Slide 23 - Tekstslide

De regels...
  • Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden krijgen een -n als ze naar personen verwijzen die niet in de dezelfde zin genoemd worden:
    'Op de sportclub kwamen wij een paar bekenden tegen.'
  • Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden krijgen geen -n als ze naar personen verwijzen die wel in dezelfde zin genoemd worden:
    'Voor jonge mensen is dat niet erg, voor oude wel.'
  • Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden krijgen geen -n als ze naar dieren, planten of dingen verwijzen.
    'Van die gestolen sieraden zijn alleen de goedkope teruggevonden.'

Slide 24 - Tekstslide

Meervoud woorden die een hoeveelheid aangeven

Ook woorden als sommige, enkele, weinige, vele en andere krijgen soms wel een -n in het meervoud en soms niet.

Slide 25 - Tekstslide

De regels...
  • Deze woorden krijgen een -n als ze zelfstandig gebruikt worden en naar personen in het algemeen verwijzen:
    'Velen hebben gisteren naar de voetbalwedstrijd gekeken.'
  • Deze woorden krijgen geen -n als er een zelfstandig naamwoord achter staat:
    'We krijgen binnenkort andere buren.'

Slide 26 - Tekstslide

De regels...
  • Deze woorden krijgen geen -n als ze zelfstandig gebruikt worden en naar personen verwijzen die wel in dezelfde (of voorafgaande) zin genoemd worden:
    'Er zijn veel winkeliers in de stad. Vele hebben nu uitverkoop.'
  • Deze woorden krijgen geen -n als ze zelfstandig gebruikt worden, maar niet naar personen verwijzen:
    'De tickets zijn bijna uitverkocht, maar er zijn er nog enkele beschikbaar.'

Slide 27 - Tekstslide

Wij krijgen binnenkort ... buren.
A
andere
B
anderen

Slide 28 - Quizvraag

Wij hebben veel planten in huis.
... hebben veel zonlicht nodig
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 29 - Quizvraag

... planten hebben veel zonlicht nodig, ... planten moet je juist op een schaduwrijke plek zetten.
A
sommige/andere
B
sommigen/andere
C
sommige/anderen
D
sommigen/anderen

Slide 30 - Quizvraag

Er zijn slechts ... die dit leuk vinden.
A
enkele
B
enkelen

Slide 31 - Quizvraag

Veel wandelaars zijn uitgevallen, maar de ... hebben de finish op tijd bereikt.
A
beste
B
besten

Slide 32 - Quizvraag

Alle ... krijgen een welkomstdrankje.
A
aanwezige
B
aanwezigen

Slide 33 - Quizvraag

De Europese planten doen het goed, maar die ... doen het nu veel beter.
A
tropische
B
tropischen

Slide 34 - Quizvraag

Er zijn veel jonge deelnemers.
... zijn fanatiek.
A
Vele
B
Velen

Slide 35 - Quizvraag

Dat hebben ... ooit zo bedacht.
A
andere
B
anderen

Slide 36 - Quizvraag