Willem !
1 / 22
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
wie was de eerste koning van Nederland?
A
Willem Alexander
B
Willem I
C
Willem V
D
Willem VI
Slide 2 - Quizvraag
Willem I trad af.
Wie volgde hem op?
Wie volgde hem op?
A
Emma
B
Willem van Oranje
C
Willem II
D
Wilhelmina
Slide 3 - Quizvraag
Wie was de koning tijdens revolutiejaar 1848?
A
Willem I
B
Willem II
C
Willem III
D
Willem IV
Slide 4 - Quizvraag
In 1848 zijn dit de belangrijkste namen:
A
Willem I - Thorbecke
B
Willem II - Willem I
C
Willem II - Thorbecke
D
Willem III - Thorbecke
Slide 5 - Quizvraag
Welke koning moest in 1848 de gewijzigde grondwet tekenen?
A
Willem I
B
Willem II
C
Willem van Oranje
D
Willem Frederik
Slide 6 - Quizvraag
Welke koning begon met industrialisatie in Nederland?
A
Willem I
B
Willem II
C
Willem III
D
Willem IV
Slide 7 - Quizvraag
Welke koning had in de 19e eeuw de meeste macht?
A
Willem I
B
Willem II
C
Willem V
D
Geen enkele koning
Slide 8 - Quizvraag
In 1848 kreeg Nederland een liberale grondwet. Wie ontwierp deze grondwet?
A
Willem I
B
Thorbecke
C
Van Houten
D
Willem II
Slide 9 - Quizvraag
Thorbecke schreef een nieuwe grondwet in 1848
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Voor of na de grondwet van 1848?
Het parlement heeft de hoogste macht.
Het parlement heeft de hoogste macht.
A
Voor
B
Na
Slide 11 - Quizvraag
In de grondwet van 1848 kreeg de koning meer macht van voor die tijd
A
goed
B
fout
Slide 12 - Quizvraag
Een republiek is een land zonder koning.
A
goed
B
fout
Slide 13 - Quizvraag
De Nederlandse Handels Maatschappij was een idee van koning
A
Willem I
B
Willem II
C
Willem III
D
Willem IV
Slide 14 - Quizvraag
In 1848 konden alle mannen stemmen bij verkiezingen van de Tweede Kamer.
A
Goed
B
Fout
Slide 15 - Quizvraag
In 1848 kregen rijke vrouwen ook kiesrecht.
A
Goed
B
Fout
Slide 16 - Quizvraag
Een groep rijke burgers die de grondwet wilden veranderen heetten de
A
socialisten
B
christen democraten
C
liberalen
D
communisten
Slide 17 - Quizvraag
Kiesrecht hoort bij
A
Monarchie
B
Aristocratie
C
Democratie
D
Democratie
Slide 18 - Quizvraag
Je mag demonstreren.
A
dictatuur
B
democratie
C
dictatuur en democratie
D
communisme
Slide 19 - Quizvraag
De koning besluit alles alleen.
Voor of na de grondwet van 1848?
Voor of na de grondwet van 1848?
A
Voor
B
Na
Slide 20 - Quizvraag
De ministers hebben de goedkeuring van de volksvertegenwoordiging nodig. Voor of na 1848?
A
Voor
B
Na
Slide 21 - Quizvraag
De rijke burgers kiezen de Tweede Kamer. Voor of na 1848
A
voor
B
na
