SOCOVA Slechtnieuwsgesprek

Slechtnieuwsgesprek
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slechtnieuwsgesprek

Slide 1 - Tekstslide

De opbouw van een slechtnieuwsgesprek ziet er anders uit dan de standaard structuur (aanloop zo kort mogelijk)

Slide 2 - Tekstslide

Waarom is de aanloop van een slechtnieuwsgesprek anders?
A
Je praat eerst over koetjes en kalfjes
B
Vertel het slechte nieuws zo snel mogelijk
C
Je kunt daarna iemand troosten
D
Je kunt snel weer verder werken

Slide 3 - Quizvraag

Fase 1: Voorbereiding
* Met wie voer je het gesprek? 
* Wat is je boodschap precies? 
* Wat zijn argumenten?
* Welke emoties treden er op? 
* Wat zijn oplossingsalternatieven? 
* Waar en wanneer voer je het gesprek? 

Slide 4 - Tekstslide

Mieke wordt ontslagen. Wat zijn goede argumenten voor haar ontslag?

Slide 5 - Woordweb

Fase 2: Breng het slechte nieuws. Welke manier is NIET goed?
A
Ik ben bang dat ik een vervelende mededeling heb voor jou.
B
Ik moet je iets vertellen. Ga even zitten.
C
Wat denk je zelf dat er aan de hand is?
D
Ik heb slecht nieuws voor u.

Slide 6 - Quizvraag

Fase 3: Maak gevoelens bespreekbaar. Hoe kun je dit doen?

Slide 7 - Open vraag

Fase 4: Bespreek mogelijk oplossingen. Wat is een goede manier?

Slide 8 - Open vraag

Fase 5: Afronden
Wat doe je NIET?
A
Laat iemand uithuilen
B
Maak eventueel een vervolgafspraak
C
Herhaal kort wat er besproken is
D
Heeft de persoon nog vragen?

Slide 9 - Quizvraag

Er zijn veel valkuilen bij het voeren van een slechtnieuwsgesprek. Wat betekent de "hang yourself-methode"?

Slide 10 - Open vraag

Het probleem "bagatelliseren" is ook een valkuil. Wat betekent het?
A
Je maakt het probleem groter dan het is
B
Je maakt het probleem kleiner dan het is
C
Je doet alsof het probleem niet bestaat
D
Je bent zelf heel emotioneel

Slide 11 - Quizvraag

Filmpje "Slechtnieuwsgesprek"

Slide 12 - Tekstslide