Je werkt, naast je studie Pedagogiek nu al 3 jaar als vulploegmedewerker bij de Albert Heijn. Sinds enkele maanden nu elke zaterdag samen met Anton. Hij werkt snel maar slordig, daarnaast gedraagt hij zich volgens jou te vaak als een clown tijdens het werk. Hij maakt foutjes (zet soms producten met langere houdbaarheid vooraan) en zijn producten staan vaak scheef in de schappen. Je hebt hier al twee keer iets van gezegd en iedere keer lacht Anton jouw feedback weg.
Het is zaterdagochtend 8:00. Je hebt een te korte nacht achter de rug, want je hebt die avond ervoor een spelletjesavond met een vriendin gehad en lag pas om 02:00 in haar harde logeerbed en moest om 7:00 beginnen. Je hebt je vermand en bent hard aan het werk om de winkel op tijd netjes te hebben voor de zaterdagdrukte.
Op dat moment racet Anton met zijn vulkar door de winkel, tegen jouw net netjes opgestapelde toren met toiletpapier aan, welke omvalt. Anton slaat zijn handen voor zijn mond en lachtend zegt hij: ‘Oeps sorry, foutje bedankt’.
Jij voelt het bloed naar je hoofd stijgen en schreeuwt: ‘’doe nou eens normaal en doe gewoon je werk!’’