Koppeltekens kunnen belangrijk zijn. Als je er een vergeet te plaatsen, kan een zin een totaal andere betekenis krijgen. In de zin ‘Mijn opa is
oud-ijzerhandelaar’ is opa vroeger handelaar in (nieuw) ijzer geweest. Maak je ervan ‘
oudijzerhandelaar’, dan is opa nu nog steeds handelaar, maar dan in oud ijzer. Een ander voorbeeld: ‘In het zaaltje zaten
drie jarigen te wachten op de voorstelling.’ Hier zijn in het zaaltje drie mensen aanwezig, die alle drie jarig zijn. Schrijf je echter ‘
drie-jarigen’, dan heb je te maken met kinderen van drie jaar, die helemaal niet jarig zijn.
In krantenkoppen kan zo’n weglatingsfout rare gevolgen hebben. Wat te denken van ‘Tuinman van vrouwenklooster op non actief’. Dan vraag je je af: wat doet die tuinman op die non? Bij het correct gespelde ‘non-actief’ mag de tuinman niet meer in de tuin werken.