Argumenteren op basis van een tekst

Introductie
In hoeverre herken of ontken jij de boodschap die in onderstaande cartoon wordt overgebracht?
Vandaag: hoe pak je een tekst aan?
Examentekst
Start direct zelfstandig en in stilte met de startopdracht:
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Introductie
In hoeverre herken of ontken jij de boodschap die in onderstaande cartoon wordt overgebracht?
Vandaag: hoe pak je een tekst aan?
Examentekst
Start direct zelfstandig en in stilte met de startopdracht:

Slide 1 - Tekstslide

Vorige weken
Argumenteren moet je leren (let op: toets- én examenstof!)
Oefenen met leesvaardigheid (lezen in drie stappen)
Deze les
Oefening met argumentatiestructuren en -schema's.
Argumenten herkennen en formuleren op basis van een tekst.
Vooruitblik
Kritisch leren lezen is een investering in je zelfontwikkeling.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe hoog leg jij de lat?
Zorg voor hoge ambities van wat het onderwijs jou gaat brengen.

Slide 3 - Tekstslide

Je benut de lessen optimaal en je leert ongestoord.
Je doet altijd actief mee en je maakt aantekeningen (ook als de docent dat niet aangeeft).

Slide 4 - Tekstslide

Je leert actief en bewust. 
Je reflecteert op je leerproces.
Je neemt de verantwoordelijkheid voor je leren.

Slide 5 - Tekstslide

Let op: je moet alles verslepen!
enkelvoudig
enkelvoudig
nevenschikkend onafh
nevenschikkend onafh
nevenschikkend afh
nevenschikkend afh
onderschikkend
onderschikkend

Slide 6 - Sleepvraag

Argumentatieschema
Het verband tussen standpunt en argument
oorzaak-gevolg
kenmerk of eigenschap
voor- en nadelen
voorbeelden
autoriteit
vergelijking
Het zal me niet verbazen dat we straks allemaal buikpijn hebben, want het vlees was slecht doorbakken.
Je moet zonnecellen op het dak plaatsen: dat is goed voor het milieu en voor je portemonnee.
Jeroen is eigenlijk nog een groot kind, want hij speelt het liefst nog met zijn piratenlego.
Je kunt absoluut niet op hem rekenen. Zo vergat hij zijn deel van het dossier in te leveren en kwam hij niet opdagen bij de afspraak.
De Eerste Kamer heeft het verbod op de rituele slacht tegengehouden. Het wetsvoorstel van de Partij voor de Dieren over de vleestaks zal het dus ook niet halen.

Slide 7 - Sleepvraag

Globaal lezen
Wat voor tekst is het?
Titel
Bron / auteur / datum
Inleiding / slot
Wat is het tekstdoel?
Wat is het onderwerp?

Slide 8 - Tekstslide

Voorspellend lezen
Hoe is de tekst opgebouwd?
Wat is je verwachting per alinea?
Kernzin / functie / structuur

Slide 9 - Tekstslide

Kritisch lezen
Wat betekent deze tekst (voor mij)?
Welke toon gebruikt de schrijver?
Wat kan of moet ik met de tekst?

Slide 10 - Tekstslide

1. Wat is een gastarbeider? In welke tijd kwamen zij vooral naar Nederland?

2. Waarom kreeg Eus een mavo-advies, denk je?
3. Leg in je eigen woorden uit waardoor, volgens Eus, het leesniveau steeds poverder wordt.

4. Waarom moeten juist tieners die steeds meer op elkaar lijken boeken lezen?
5. Wat wordt bedoeld met functioneel analfabeet?

6. Wat bedoelt Eus met zijn uitspraak lezen is een vorm van selfcare?
Stel dat jij Mark Kwakman wilt stimuleren om Eus uit te nodigen om een lezing te geven op onze school. Typ jouw overtuigende e-mail aan meneer Kwakman. Welke twee belangrijkste argumenten geef jij op basis van deze tekst? Gebruik ook een subargument.
Benoem de gebruikte argumentatieschema's.
Argumentatiesoorten en -schema's
Argumentatiesoorten: feit, onderzoek of wetenschap, normen en waarden, normen en waarden, vermoedens, geloof of overtuiging, gezag of autoriteit.
Argumentatieschema: oorzaak en gevolg, overeenkomst en vergelijking, voorbeelden, voor- en nadelen, kenmerk of eigenschap, autoriteit.
timer
16:00

Slide 11 - Tekstslide

Plaats hier je e-mail aan meneer Kwakman.

Slide 12 - Open vraag