Letterlijk/figuurlijk

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

Letterlijk of figuurlijk?

Letterlijk taalgebruik

Figuurlijk taalgebruik

Lesdoel

Aan het eind van de les weten wij het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik en kunnen dit toepassen in een verhaal.

Letterlijk taalgebruik

Letterlijk taalgebruik is als je iets precies zegt zoals je het bedoelt.

Figuurlijk taalgebruik

Bij figuurlijk taalgebruik betekent een woord niet precies wat er staat. Je moet de betekenis van het woord niet letterlijk nemen, het woord wordt dan figuurlijk gebruikt. Het gaat erom wat er bedoeld wordt.

Quiztime!

Wordt het letterlijk of figuurlijk bedoeld?

- pak je wisbordje

- schrijf als antwoord F voor figuurlijk

- schrijf als antwoord L voor letterlijk

Marshairo klimt in een grote boom.

Het goede antwoord is:

Letterlijk taalgebruik

Max is een boom van een vent.

Het goede antwoord is:

Figuurlijk taalgebruik

Zoey trekt de stoute schoenen aan.

Het goede antwoord is: 

Figuurlijk taalgebruik

Ik kan geen goede knoop maken. 

Het goede antwoord is:

Letterlijk taalgebruik

De meester struikelde over zijn eigen woorden.

Het goede antwoord is:

Figuurlijk taalgebruik

Valentijn maakt zich uit de voeten.

Het goede antwoord is:

Figuurlijk taalgebruik

Joya verroert geen vin.

Het goede antwoord is:

Figuurlijk taalgebruik

Ryano schudt een gum uit zijn mouw.

Het goede antwoord is:

Letterlijk taalgebruik

Jongleren is voor Ibrahim een koud kunstje.

Het goede antwoord is:

figuurlijk taalgebruik

Naomi draagt een roze bril.

Het goede antwoord is:

letterlijk taalgebruik

Einde!

Snap je het verschil?