5.2 zouten in water

geef de (kloppende) verhoudingsformule van Calciumchloride
1 / 16
volgende
Slide 1: Open vraag
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

geef de (kloppende) verhoudingsformule van Calciumchloride

Slide 1 - Open vraag

uitwerking
calciumchloride bestaat uit Ca2+ en Cl-
om de ladingen gelijk te krijgen moeten ze 2+ en 2- worden dus, 
CaCl2

Slide 2 - Tekstslide

geef de (kloppende) verhoudingsformule van aluminiumcarbonaat

Slide 3 - Open vraag

uitwerking
Aluminiumcarbonaat bestaat uit Al3+ en CO32-
om de lading gelijk te krijgen moet je 6+ en 6- hebben, dus
Al2(CO3)3

Slide 4 - Tekstslide

leerdoelen
Je leert hoe zouten in water oplossen.
Je leert welke zouten wel en welke zouten niet in water oplosbaar zijn.

Slide 5 - Tekstslide

oplossen van zout
als een zout oplost in water kan;
  • de kleur veranderen (koperzout wordt blauw)
  •  de oplossing elektriciteit geleiden

Hoe kunnen we dit verklaren?

Slide 6 - Tekstslide

Als zouten oplossen in water ontstaan losse ionen, omringd door watermoleculen--> hydrateren

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

De watermoleculen zijn met hun 'negatieve 'waterstofkant gericht naar de positieve ionen 


en met hun 'positieve' zuurstofkant naar de negatieve ionen.

Slide 9 - Tekstslide

oplos- en indampvergelijking
het oplossen en indampen van een zout kunnen we weergeven in een vergelijking
- Water komt niet in de vergelijking voor!
- opgelost valt het zout uiteen in ionen (aq)
- als vaste stof geef je formule van het zout (s)
- zorg dat de vergelijking kloppend is (aantal deeltjes en lading)

Slide 10 - Tekstslide

oplosvergelijking
het oplossen van natriumchloride geef je als volgt weer


Zorg ervoor dat het aantal deeltjes voor en na de pijl klopt:

omdat er in de verhoudingsformule 2 keer Cl voorkomt, zet je deze 2 na de pijl óók neer.




Slide 11 - Tekstslide

geef de oplosvergelijking voor het oplossen van aluminiumnitraat Al(NO3)3

Slide 12 - Open vraag

uitwerking


  • vaste zout is één formule, opgeloste zout zijn losse ionen 
  • juiste toestandsaanduiding ((s) voor en (aq) na)
  • Voor en na de pijl gelijk aantal deeltjes

Slide 13 - Tekstslide

indampen
bij indampen gebeurt het tegenovergestelde: Het water verdampt en daardoor ontstaat weer een vast zout.

Slide 14 - Tekstslide

geef de vergelijking van het indampen van natriumfosfaat (Na3PO4)

Slide 15 - Open vraag

uitwerking

Slide 16 - Tekstslide