* Blok 5 - Week 1 - Les 3

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

* Blok 5 - Week 1 - Les 3

Dictee

Doel: Meewerkend voorwerp

Herhaling: woordsoorten en zinsdelen

Werkboek blz. 6

Woord 1

Woord 2

Woord 3

Zin 1

Vindt je vader het kaartje duur.
onderwerp

Vindt je vader het kaartje duur.
lijdend voorwerp

Zin 2

Zin 3

In het weekend heb ik op het station kaartjes aan reizigers verkocht.
tijd?

Meewerkend voorwerp

Het meewerkend voorwerp zegt voor/aan wie het is.

voor/aan wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?

Meewerkend voorwerp

Hij heeft net een boek voor mij in de boekwinkel gekocht.

heeft gekocht   /   hij    /   een boek

Voor/aan wie heeft hij een boek gekocht?

Meewerkend voorwerp

Vandaag heb ik Femke thuis het cadeau gegeven.

voor/aan wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?

De bezorger leverde een pakketje aan de buren.

Ik gaf hem gisteren een verjaardagscadeau.

De verjaardagstaart was voor mij een echte verrassing.

baps.secure.malmberg.nl