Examentraining leefomgeving steden

De volgende vragen komen allemaal uit oude opgaves.
Gebruik deze vragen om te oefenen voor de SE3 en het Centraal examen
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

De volgende vragen komen allemaal uit oude opgaves.
Gebruik deze vragen om te oefenen voor de SE3 en het Centraal examen

Slide 1 - Tekstslide

Gebruik de bron.
In deze bron worden drie onderdelen van Philips genoemd:
het hoofdkantoor, de onderzoek- en ontwerpafdelingen en de fabrieken.
Noteer deze drie onderdelen op je antwoordblad.
Geef bij elk onderdeel aan waarom dit onderdeel wel of niet uit Eindhoven verplaatst is.

Slide 2 - Open vraag

Gebruik de bronnen.
Het terrein Strijp S wordt herontwikkeld van een gebied met een
industriële functie naar een gebied met een mix van functies.
Eén kenmerk dat het terrein hiervoor geschikt maakt, is de nabijheid
van een station en goede uitvalswegen waardoor Strijp S goed bereikbaar is.
Geef twee andere kenmerken die het terrein geschikt maken voor de nieuwe mix van functies.

Slide 3 - Open vraag

Gebruik de bronnen.
Geef het begrip dat van toepassing is
op de verandering die in Strijp S plaatsvindt.

Slide 4 - Open vraag

Gebruik de bronnen 1 en 2 en atlaskaart 63C.
In de periode 1997-2010 vond in Eindhoven een demografische ontwikkeling plaats,
die door te trekken is tot op de dag van vandaag. De verandering in Strijp S sluit aan
bij deze demografische ontwikkeling. Geef aan
- welke demografische ontwikkeling in de periode
1997-2010 in Eindhoven plaatsvond;
- dat de verandering in Strijp S aansluit bij deze
demografische ontwikkeling.

Slide 5 - Open vraag

In onderstaande tekst zijn drie begrippen vervangen door de letters a tot en met c.
De ...a... is de maximale afstand die een klant wil afleggen om bij een voorziening te komen. Het hele gebied binnen deze afstand waarvandaan klanten naar de voorziening komen, heet het ...b... . De opkomst van het online winkelen draagt eraan bij dat veel traditionele winkels hun ...c... niet meer halen en moeten sluiten.
Neem de letters a tot en met c over op je antwoordblad. Noteer achter elke letter het juiste begrip.
De volgende vragen komen uit het examen 2017, 2e tijdvak

Slide 6 - Open vraag

Gebruik de bron. In de legenda van deze bron staan de letters a tot en met d. Onderstaande omschrijvingen horen in willekeurige volgorde bij deze legenda-eenheden.
1 kwetsbaar centrum in een perifere regio;
2 sterk centrum dat vooral regionaal voorzienend is;
3 bruisend centrum in een sterke regio;
4 kwetsbaar centrum in een sterke regio
Neem de letters a tot en met d over op je antwoordblad. Noteer achter
elke letter het cijfer van de juiste omschrijving.

Slide 7 - Open vraag

In Almere is relatief weinig leegstand van winkels. Leg dit uit.
Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 8 - Open vraag

Gebruik de bron. Het ruilsysteem dat in de
bron wordt beschreven zou gentrification
kunnen stimuleren.
Beredeneer op welke manier dit ruilsysteem
gentrification kan stimuleren.

Slide 9 - Open vraag

Haarlem is een primair regionaal centrum. Het verzorgingsgebied van Haarlem is wat betreft oppervlakte één van de kleinste van Nederland. (zie atlaskaart 56C).
Geef
− de oorzaak waardoor het verzorgingsgebied van Haarlem klein is;
− twee voorbeelden van voorzieningen die in een primair centrum vaak
wel, maar in andere centra meestal niet aanwezig zijn.
De volgende vragen komen uit het examen 2016, eerste tijdvak

Slide 10 - Open vraag

Noteer de letters a, b en c uit de bron op je antwoordblad.
Schrijf achter elke letter de drie ontwikkelingen die
kenmerkend waren voor deze periode.

Slide 11 - Open vraag

Gebruik de bron. De Raaks heeft in de loop van de tijd drie
verschillende bestemmingen gehad. Deze bestemmingen
waren kenmerkend voor de betreffende periodes.
Noteer de drie bestemmingen op je antwoordblad.
Geef voor elke bestemming aan waarom deze kenmerkend
was voor de betreffende periode.

Slide 12 - Open vraag

In de regio Parkstad Limburg (zie atlaskaart 28A) vond in de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw economische bloei plaats. In die periode waren veel inwoners op een of andere manier betrokken bij de steenkoolwinning. In de tweede helft van de twintigste eeuw werden de steenkoolmijnen gesloten.
Beredeneer welke invloed de sluiting van de mijnen had op het voorzieningenniveau in Parkstad Limburg.
De volgende vragen komen uit het examen 2016, 2e tijdvak

Slide 13 - Open vraag

De leeftijdsopbouw van de bevolking van Parkstad Limburg verschilt van die in de Randstad.
Geef een verschil tussen de leeftijdsopbouw van Parkstad Limburg en de Randstad.

Slide 14 - Open vraag

De overheid wil de leefbaarheid in Parkstad Limburg verbeteren. Dit kan de overheid doen door de inrichting van de naoorlogse wijken in Parkstad Limburg aan te passen.
Beredeneer dat dit relatief makkelijk te doen is als gevolg van de bevolkingsafname in Parkstad Limburg.

Slide 15 - Open vraag

Gebruik kaartblad 52.
Veel Nederlandse steden trekken tegenwoordig creatieve industrie en hoogwaardige dienstverlening aan. Om dit in Parkstad Limburg ook te bereiken kan de overheid investeren in de bewoners.
Beredeneer welke investering in de bewoners de overheid op basis van kaartblad 52 het beste kan doen.

Slide 16 - Open vraag

De volgende vragen komen uit het examen 2015, eerste tijdvak

Slide 17 - Tekstslide

Gebruik de atlas.
Den Haag Zuidwest is een deelgebied binnen Den Haag Escamp. Den Haag Zuidwest is een prioriteitswijk.
Op welke atlaskaart kun je dit aflezen?

Slide 18 - Open vraag

Na 1965 ging de leefbaarheid in Den Haag Zuidwest
snel achteruit (zie de bron).
Beredeneer waarom de leefbaarheid juist toen snel
achteruit ging.

Slide 19 - Open vraag

Gebruik de bronnen.
Stel je wilt een inschatting maken van de leefbaarheid.
Het maakt dan een groot verschil of je dat doet op het
schaalniveau van Den Haag Escamp of op het schaalniveau
van Den Haag Zuidwest.
Beredeneer dit.

Slide 20 - Open vraag

Gebruik de bron.
In Den Haag Escamp heeft herstructurering plaatsgevonden.
Dit had te maken met woningkenmerken en de daarmee samenhangende
bewonerskenmerken in dit stadsdeel.
Geef met behulp van de bron:
- twee woningkenmerken van dit stadsdeel en;
- twee bewonerskenmerken van dit stadsdeel.

Slide 21 - Open vraag

De herstructurering in Den Haag Escamp vond plaats tussen
2000 en 2013 (zie de bron). Tegenstanders van deze herstructurering
zijn van mening dat de sociale problemen in Den Haag hierdoor niet
zullen afnemen.
Geef twee argumenten waarmee zij hun standpunt kunnen onderbouwen.

Slide 22 - Open vraag

De traditionele industrie is grotendeels uit Nederland verdwenen.
Ook in de wijk Céramique in Maastricht (zie de bron) is dit gebeurd.
Geef van het verdwijnen van de traditionele industrie uit
Nederlandse steden zoals Maastricht:
- een oorzaak op mondiale schaal;
- een oorzaak op lokale schaal.
De volgende vragen komen uit het examen 2015, 2e tijdvak

Slide 23 - Open vraag

Gebruik de bron. De nieuwe inrichting van Céramique
past in het compacte stadbeleid dat als doel heeft
verschillende functies een plek te geven in de stad.
Geef aan
- op welke manier in Céramique invulling wordt gegeven aan dit beleid.
- waarom de overheid dit beleid voert.

Slide 24 - Open vraag

Gebruik de bronnen. De ligging en het industriële
verleden van Céramique maken de wijk geschikt
voor de herontwikkeling zoals die in de bronnen is beschreven.
Geef aan waarom Céramique:
- gezien de ligging geschikt is voor deze herontwikkeling;
- gezien het industriële verleden geschikt is voor deze herontwikkeling.

Slide 25 - Open vraag

Gebruik atlaskaart 28B.
Maastricht is een belangrijk centrum in Zuid-Limburg. Als je uitzoomt, kun je tot de conclusie komen dat Maastricht een ongunstige relatieve ligging heeft, maar ook dat Maastricht een gunstige relatieve ligging heeft. Dit is afhankelijk van het schaalniveau waarnaar je uitzoomt.
Beredeneer dat je op verschillende schaalniveaus tot een andere conclusie kunt komen over de relatieve ligging van Maastricht.

Slide 26 - Open vraag

Gebruik voor de volgende vragen deze bronnen
De volgende vragen komen uit het examen 2014, eerste tijdvak

Slide 27 - Tekstslide

Gebruik de atlas.
De gemeente Venlo wil graag dat Venlo uitgroeit tot dé winkelstad in Midden-Limburg.
Van welke stad zal Venlo de meeste concurrentie kunnen verwachten?

Slide 28 - Open vraag

Gebruik bron 1.
De gemeente Venlo wil Q4 ontwikkelen tot een aantrekkelijke woonwijk. Een ruimtelijk kenmerk dat Q4 hiervoor geschikt maakt is de ligging aan de Maas.
Welk ander ruimtelijk kenmerk maakt Q4 hiervoor geschikt?

Slide 29 - Open vraag

Gebruik de bron.
De gemeente Venlo wil het woningaanbod in Q4 sterk
veranderen. Beredeneer op welke manier deze verandering
van het woningaanbod de leefbaarheid in de wijk kan verbeteren.

Slide 30 - Open vraag

Gebruik de bronnen. In de plannen van de gemeente
Venlo moet Q4 een levendige wijk worden. Daartoe
wordt de verbinding met de Maas versterkt.
Geef met behulp van de bronnen:
- drie veranderingen die in Q4 zullen plaatsvinden waardoor de verbinding met de Maas
wordt versterkt;
- aan op welke manier deze veranderingen samen de wijk levendiger kunnen maken.

Slide 31 - Open vraag

Steigereiland maakt onderdeel uit van de jonge wijk IJburg in Amsterdam. Steigereiland wordt gekenmerkt door relatief veel koopwoningen. Er zijn veel zelfbouwkavels en verschillende vormen van ‘drijvende’ woningen.

De volgende vragen komen uit het examen 2014, 2e tijdvak
Gebruik voor de volgende vragen onderstaande bronnen.

Slide 32 - Tekstslide

Gebruik de bron. Welk Amsterdams stadsdeel
(Centrum, Zuid of Oost) heeft de laagste gemiddelde
woningbezetting?
Beredeneer met behulp van de bron waarom in dit
stadsdeel de gemiddelde woningbezetting het laagst is.

Slide 33 - Open vraag

Gebruik de bronnen. Net als in andere steden in Nederland is de
gemiddelde woningbezetting in Amsterdam de laatste eeuw
gedaald (tot 1,98 in 2011). De gemiddelde woningbezetting in
Steigereiland wijkt af van het gemiddelde van Amsterdam. Geef aan
- waardoor de gemiddelde woningbezetting in Nederlandse
steden de laatste eeuw is gedaald;
- waarom de gemiddelde woningbezetting in Steigereiland afwijkt
van het gemiddelde van Amsterdam.

Slide 34 - Open vraag

Gebruik de bron. Bij de opzet van Steigereiland is rekening
gehouden met de subjectieve veiligheid van bewoners.
Op welke manier is daar rekening mee gehouden?

Slide 35 - Open vraag

Gebruik kaartblad 26.
Steigereiland maakt deel uit van de nieuwbouwwijk IJburg.
Beredeneer of deze locatie voor een nieuwbouwwijk past in het huidige overheidsbeleid ten aanzien van het wonen in grote steden.

Slide 36 - Open vraag

Bekijk de bronnen. Geef twee manieren
waarop de aanwezigheid van de ‘brainport’
een impuls geeft aan de regionale economie
van Zuidoost-Brabant.
De volgende vragen komen uit het examen 2013, 1e tijdvak

Slide 37 - Open vraag

Het management van Philips besloot in 1997 om het hoofdkantoor naar Amsterdam te verplaatsen.
Geef twee redenen waarom Amsterdam een aantrekkelijkere locatie is voor het hoofdkantoor van Philips dan Eindhoven.

Slide 38 - Open vraag

Gebruik de bronnen. De onderzoeks- en ontwikkelafdeling
van Philips bleef wel in ‘brainport’ Eindhoven.
Geef, afgezien van bereikbaarheid, twee redenen waarom
de onderzoeks- en ontwikkelafdeling van Philips wel in ‘brainport’
Eindhoven gevestigd bleef.

Slide 39 - Open vraag

In de toekomst zou de onderzoeks- en ontwikkelafdeling van Philips wel eens niet meer in Nederland kunnen zitten maar in India.
Geef twee redenen waarom India steeds interessanter wordt als vestigingsland voor onderzoeks- en ontwikkelafdelingen.

Slide 40 - Open vraag