Les 5 - 2H - periode 1

Welkom!
Als de timer is afgelopen heb je...
  • Tas op de grond
  • Leer- en opdrachtenboek op tafel
  • Telefoon in je tas of telefoontas
timer
3:00
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Als de timer is afgelopen heb je...
  • Tas op de grond
  • Leer- en opdrachtenboek op tafel
  • Telefoon in je tas of telefoontas
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Telefoon in telefoontas of eigen tas

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Startopdracht

  • Wat?  Maken stencil 
  • Klaar? Lezen 1.5 en 1.6
timer
8:00

Slide 4 - Tekstslide

Bespreken startopdracht 

Slide 5 - Tekstslide

Oefenen

  • Wat?  Maken werkboek 'Herhaling wereld'. Opdr. 1.4, blz. 17. 
  • Pak ook een Atlas als dat nodig is.
  • Klaar? Lezen §1.5 & §1.6
timer
8:00

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk bespreken 
werkboek: 
§4. opdr. 2,3,4,8
 

Slide 7 - Tekstslide

§1.5 & §1.6




  • Waarom is de grond uit Hoog-Nederland onvruchtbaar?

  • Hoe is reliëf in Hoog-Nederland ontstaan?

  • Welke maatregelen zijn er in Laag-Nederland genomen om zich tegen het water te beschermen?



Slide 8 - Tekstslide

§1.5 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

De Rijn, Maas en de voorlopers van deze rivieren hebben vele stroomgebieden gehad.

  • Deze rivieren hebben een dikke laag zand en grind in heel Nederland afgezet 

Slide 11 - Tekstslide

Waarom zijn door deze rivieren in heel Nederland dikke lagen zand en grind neergelegd?

Slide 12 - Tekstslide

Waarom zijn door deze rivieren in heel Nederland dikke lagen zand en grind neergelegd?



> Nederland ligt in de benedenloop van de stroomgebieden van de Rijk en Maas. Hier stroomt het water langzaam en wordt het meegevoerde materiaal gesedimenteerd. 

Slide 13 - Tekstslide

Een doucheputje dat wegzakt
  • Bovenste lagen van Nederlandse ondergrond zijn gevormd door grote rivieren
  • Benedenloop van stroomgebieden
  • Dit pakket aan grind en zand neergelegd -> maar goed ook want we zaken langzaam weg
  • Door sedimentatie toch voor de helft boven de zeespiegel (van Noord-Brabant tot aan Drenthe) = Hoog-Nederland 

Slide 14 - Tekstslide

Een doucheputje dat wegzakt
  • Bovenste lagen van Nederlandse ondergrond zijn gevormd door grote rivieren
  • Benedenloop van stroomgebieden
  • Dit pakket aan grind en zand neergelegd -> maar goed ook want we zakken langzaam weg
  • Door sedimentatie toch voor de helft boven de zeespiegel (van Noord-Brabant tot aan Drenthe) = Hoog-Nederland 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Landschap Hoog-Nederland: 

vooral gevormd in koude perioden tussen 200.000 jaar en 10.000 jaar geleden

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide



Verschillende
ijstongen (A) duwden de grond aan de voorkant en de zijkanten tot stuwwallen

Slide 19 - Tekstslide

Uit welk materiaal zijn de stuwwallen opgebouwd?


De stuwwallen bestaan uit zand en grond. Dit zand en grind is door (voorlopers van) de Rijn en de Maas in heel Nederland neergelegd.

Slide 20 - Tekstslide

Aan het einde van de koude periode trok het ijs zich weer terug.

Je vindt de stuwwallen nog steeds terug in het landschap van Hoog-Nederland

Voorbeeld:
  • de Veluwe
  • de Utrechtse Heuvelrug

Slide 21 - Tekstslide

(keileem = mix van zand, klei, leem, keien, grind)  

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Stuwwallen en zwerfstenen
  • 200.000 jaar geleden -> koude periode -> IJskap vanuit Scandinavië richting Nederland -> IJstongen -> soms meer dan 100 meter dik -> al het neergelegde sediment opzij geduwd.
  • Na het smelten van het landijs zijn de heuvels overgebleven -> die worden stuwwallen genoemd
  • Door het smeltwater ontstonden er smeltwaterdalen
  • In het noorden van Nederland zwerfstenen -> daar neergelegd door het ijs uit Scandinavië  

Slide 24 - Tekstslide

Stuwwallen en zwerfstenen
  • 200.000 jaar geleden -> koude periode -> IJskap vanuit Scandinavië richting Nederland -> IJstongen -> soms meer dan 100 meter dik -> al het neergelegde sediment opzij geduwd.
  • Na het smelten van het landijs zijn de heuvels overgebleven -> die worden stuwwallen genoemd
  • Door het smeltwater ontstonden er smeltwaterdalen
  • In het noorden van Nederland zwerfstenen -> daar neergelegd door het ijs uit Scandinavië  

Slide 25 - Tekstslide

Waarom is de grond uit Hoog-Nederland onvruchtbaar?

Slide 26 - Tekstslide

§1.6

Slide 27 - Tekstslide

In Laag-Nederland zijn tijdens deze zeespiegelstijgingen nieuwe grondsoorten afgezet. 

De stranden en duinen zijn gevormd door de zee.

Achter de duinen ontstond een moerasgebied, hier vormde zich laag veen. 

Slide 28 - Tekstslide

Ontstaan van veen 
1. Planten gaan dood
2. Dode plantenresten komen in moeras
3. Onder water is geen zuurstof
4. Daardoor rotten de plantenresten niet weg
5. Er ontstaat een dikke laag dode plantenresten.
6. In hoog Nederland = hoogveen
6. In laag Nederland = laagveen 

Slide 29 - Tekstslide

Ontstaan van veen 
1. Planten gaan dood
2. Dode plantenresten komen in moeras
3. Onder water is geen zuurstof
4. Daardoor rotten de plantenresten niet weg
5. Er ontstaat een dikke laag dode plantenresten.
6. In hoog Nederland = hoogveen
6. In laag Nederland = laagveen 

Slide 30 - Tekstslide

Ontstaan zeeklei
1. Zeewater stroomt door de duinen het land in
2. Water blijft staan
3. In stilstaand water bezinken kleideeltjes.
4. Er ontstaat een dikke laag zeeklei
5. Zeeklei is heel vruchtbaar

Slide 31 - Tekstslide

Ontstaan zeeklei
1. Zeewater stroomt door de duinen het land in
2. Water blijft staan
3. In stilstaand water bezinken kleideeltjes.
4. Er ontstaat een dikke laag zeeklei
5. Zeeklei is heel vruchtbaar

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

De eerste NL in Laag NL hadden het idee dat ze in de waddenzee woonden. Bij vloed nat en bij eb droog. Daardoor maakten zij *terpen

Terp = door mens gemaakte heuvel tegen bescherming van water. 
Een terp

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Enkele begrippen
- Buitendijkse kant: de kant aan zee, waar de sedimentatie nog door ging.

Wadden: De onbegroeide delen van de Waddenzee die twee keer per dag droogvallen.

Slide 39 - Tekstslide

Enkele begrippen
- Buitendijkse kant: de kant aan zee, waar de sedimentatie nog door ging.

Wadden: De onbegroeide delen van de Waddenzee die twee keer per dag droogvallen.

Slide 40 - Tekstslide

Polders in Nederland

Slide 41 - Tekstslide

Polder
Een gebied omringd door dijken waarbinnen de waterstand wordt geregeld. 

Vroeger deden ze dat met molens.
Tegenwoordig doen ze dat met gemalen (elektrische pompen)

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Fiets excursie uitleg

Slide 44 - Tekstslide

Aan de slag: individueel Zs
1. Pak werkboek.
2. Lees de tekst van H1.5 + H1.6
3. Maken opdrachten  §5: 2,4,5 + §6 :2,3,4
4. Atlas nodig? Pak deze uit de atlaskar. 
5. Klaar? Samenvatten §5 + §6 



timer
15:00

Slide 45 - Tekstslide

Reflecteren op de les

Slide 46 - Tekstslide