Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
NOG SPELLING EN OToefenen PW blok 3 gr/sp/ot
oefenen blok 3
Leerjaar 2 T/h
1 / 45
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
45 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
oefenen blok 3
Leerjaar 2 T/h
Slide 1 - Tekstslide
Grammatica
Slide 2 - Tekstslide
Zinsontleding
Pv: vraagzin, 1e ww
Wwg: alle ww uit de zin achter elkaar.
Ond: Wie/wat + wwg
Lv: wie/wat + wwg + ond
Mv: aan wie of voor wie?
Bwb: waarom, waar, hoe laat, enz. (alles wat overblijft)
Slide 3 - Tekstslide
Mijn moeder kleedde vanmorgen mijn zusje warm aan.
wwg =
Slide 4 - Open vraag
Mijn moeder kleedde vanmorgen mijn zusje warm aan.
ond =
Slide 5 - Open vraag
Mijn moeder kleedde vanmorgen mijn zusje warm aan.
lv =
Slide 6 - Open vraag
Mijn moeder kleedde vanmorgen mijn zusje warm aan.
mv =
Slide 7 - Open vraag
Jopie gaf Jasper een mooi cadeau voor zijn verjaardag.
wwg =
Slide 8 - Open vraag
Jopie gaf Jasper een mooi cadeau voor zijn verjaardag.
onderwerp =
Slide 9 - Open vraag
Jopie gaf Jasper een mooi cadeau voor zijn verjaardag.
lv =
Slide 10 - Open vraag
Jopie gaf Jasper een mooi cadeau voor zijn verjaardag.
mv =
Slide 11 - Open vraag
Jopie gaf Herman een mooi cadeau voor zijn verjaardag.
bwb =
Slide 12 - Open vraag
Bijstelling
Geen zinsdeel, maar een deel van een ander zinsdeel. Staat altijd tussen komma's of na een komma. Noemt de zaak of persoon nog een keer.
Persingen, het kleinste dorp van Nederland, ligt in Groningen.
Slide 13 - Tekstslide
Noteer uit onderstaande zin de bijstelling(en):
De directeur van het bedrijf, Johan Janssen, heeft vorig jaar dertig nieuwe mensen in dienst genomen.
Slide 14 - Open vraag
Noteer uit onderstaande zin de bijstelling(en):
Mijn opa en oma genoten van het luxe diner, runderhaas met champignonsaus.
Slide 15 - Open vraag
Noteer uit onderstaande zin de bijstelling(en):
In de bekendste kranten, de Volkskrant en de Telegraaf, stonden verschillende berichten.
Slide 16 - Open vraag
Noteer uit onderstaande zin de bijstelling(en):
De kat van de buren ligt, lui als hij is, de hele dag in de zon voor het raam
Slide 17 - Open vraag
Wat is het HWW?
Ik wil later dokter worden.
A
wil
B
worden
Slide 18 - Quizvraag
Een zww is ...
A
een ww dat helpt om een gezegde te maken.
B
een ww dat iets aan het ow koppelt.
C
het belangrijkste ww in de zin.
Slide 19 - Quizvraag
Ik ben gisteren op een verjaardag geweest.
zww?
A
ben
B
geweest
Slide 20 - Quizvraag
Hij heeft snoep uitgedeeld.
zww =
A
heeft
B
uitgedeeld
Slide 21 - Quizvraag
Hij is van zijn stoel gevallen.
zww?
A
is
B
gevallen
Slide 22 - Quizvraag
In een zin met een hww en een zww staat het zww altijd achteraan in de zin.
A
juist
B
onjuist
Slide 23 - Quizvraag
Is 'heb' een zww of een hww?
Ik heb al gegeten.
A
zww
B
hww
Slide 24 - Quizvraag
De persoonsvorm is altijd een hww.
A
juist
B
niet juist
Slide 25 - Quizvraag
Er staat altijd een HWW in de zin.
A
juist
B
fout
Slide 26 - Quizvraag
Ik heb altijd al willen vliegen.
Wat is het hww?
A
ik heb
B
altijd al
C
vliegen
D
heb willen
Slide 27 - Quizvraag
Hij is naar huis gegaan.
Wat is het hww?
A
is
B
gegaan
Slide 28 - Quizvraag
Woordsoorten
Slide 29 - Tekstslide
de
A
znw
B
bvn
C
lw
D
ww
Slide 30 - Quizvraag
Uitvinding
A
znw
B
bvn
C
lw
D
ww
Slide 31 - Quizvraag
Antwerpen
A
znw
B
bvn
C
lw
D
ww
Slide 32 - Quizvraag
Van
A
znw
B
bvn
C
ww
D
vz
Slide 33 - Quizvraag
heeft
A
znw
B
bvn
C
ww
D
lw
Slide 34 - Quizvraag
mooie
A
znw
B
bvn
C
lw
D
vz
Slide 35 - Quizvraag
Noteer uit de tekst alle voorzetsels:
Volgende week is het lekker vakantie. Ga jij carnaval vieren? Het lijkt me leuk om mee te lopen met de optocht en me te verkleden. Alaaf!
Slide 36 - Open vraag
Noteer uit de tekst alle znw:
Volgende week is het lekker vakantie. Ga jij carnaval vieren? Het lijkt me leuk om mee te lopen met de optocht en me te verkleden. Alaaf!
Slide 37 - Open vraag
Noteer uit de tekst alle persoonlijke voornaamwoorden (pers vnw):
Volgende week is het lekker vakantie. Ga jij carnaval vieren? Het lijkt me leuk om mee te lopen met de optocht en me te verkleden. Alaaf!
Slide 38 - Open vraag
Spelling
Slide 39 - Tekstslide
Regels voor meervoud
a, i, o, u en y: opa - opa's
-ee wordt -ën: idee - ideeën
-eren: kind - kinderen
s wordt z: huis - huizen
f wordt v: erf - erven
Slide 40 - Tekstslide
Over taal
Bekijk alle gele stukjes bij de paragraaf Over Taal. Lees dit goed want je hebt het nodig voor de volgende opdracht.
Slide 41 - Tekstslide
Wat is het belangrijkste in deze paragraaf
Slide 42 - Woordweb
Lezen
Infographic
Slide 43 - Tekstslide
Informeren
Uitleggen
nieuwsbericht
werkstuk
Folder
Recept
Gebruiksaanwijzing
Slide 44 - Sleepvraag
Huiswerk
Maak online de zelftoets van Blok 3, let op hier krijg je een cijfer voor!
Slide 45 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Fase 2: Het gezegde
Januari 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
1MH Voorbereiding formatieve toets Grammatica
December 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
zww hww 2e
Januari 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Grammatica woordsoorten zww en hww
Augustus 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Zinsleer - herhaling
Mei 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Zinsleer - herhaling
September 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Zinsdelen
Februari 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Grammatica hulp en zelfstandig en werkwoordstijden en bijstelling blok 3
November 2022
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2