Examen 2 criteria 7 t/m 13
7. Begeleidt en stimuleert de kinderen doelgericht bij de uitvoering van activiteiten;
8. Speelt flexibel in op veranderingen in de situatie;
9. Toont consequent voorbeeldgedrag in correct taalgebruik;
10. Toont de kinderen voortdurend het goede voorbeeld met gezond, veilig en positief gedrag;
11. Zorgt voor een duidelijke verslaglegging van individuele ontwikkelingslijnen van de kinderen volgens de richtlijnen van de organisatie;
12. Licht met voorbeelden toe hoe zij zich tactvol en empathisch heeft opgesteld bij het bespreken van gevoelige onderwerpen
13. Licht met voorbeelden toe hoe zij de ontwikkeling, zelfredzaamheid en/of leren van de kinderen doelgericht heeft gestimuleerd