11.1 Eigenschappen en chromosomen

11.1 Eigenschappen en chromosomen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

11.1 Eigenschappen en chromosomen

Slide 1 - Tekstslide

Erfelijkheid

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Dit is de chromosomenkaart van een ....
A
vrouw
B
man

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Van klein naar groot
A
gen - DNA - chromosoom - celkern
B
DNA - gen - chromosoom - celkern
C
gen - chromosoom - DNA - celkern
D
DNA - chromosoom - gen - celkern

Slide 9 - Quizvraag


genotype:
de informatie in het DNA / 
de eigenschappen op de chromosomen

fenotype:
de verschijningsvorm van een eigenschap
(wordt bepaald door het genotype en omgevingsfactoren)

Slide 10 - Tekstslide

Je kunt het genotype van de mens aanpassen
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Heeft een vlinder hetzelfde fenotype als de rups waaruit hij is ontstaan?
En hetzelfde genotype?
A
alleen hetzelfde fenotype
B
alleen hetzelfde genotype
C
zowel hetzelfde fenotype als hetzelfde genotype

Slide 12 - Quizvraag

Van klein naar groot:
A
DNA-Chromosomen-Celkern-Cel
B
Celkern-DNA-Chromosomen-Cel
C
Chromosomen-Celkern-Cel-DNA
D
Cel-Chromosomen-Celkern-DNA

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen heeft de mens?
A
46 paren dus 92 in totaal
B
23 chromosomen, 46 paren
C
23 paren dus 46 in totaal
D
44 paren, 22 chromosomen

Slide 14 - Quizvraag

Fenotype
Genotype

Slide 15 - Sleepvraag

Is het fenotype gelijk gebleven?
Is het genotype gelijk gebleven?
A
1. Nee 2. Ja
B
1. Ja 2. Nee
C
1. Nee 2. Nee
D
1. Ja 2. Ja

Slide 16 - Quizvraag

Hoe is het fenotype bepaald?
Alleen door het genotype
Alleen door de omgeving
Door het genotype EN de omgeving
een wipneus
stijl haar vanaf de geboorte
een piercing 
behaarde armen
een litteken
Wibi kan goed piano spelen
eelt op je handen door hard werken
blauwe ogen
Messi is een goede voetballer

Slide 17 - Sleepvraag

Van klein naar groot:
A
DNA-Chromosomen-Celkern-Cel
B
Celkern-DNA-Chromosomen-Cel
C
Chromosomen-Celkern-Cel-DNA
D
Cel-Chromosomen-Celkern-DNA

Slide 18 - Quizvraag

genotype kan veranderen
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Van klein naar groot:
A
DNA-Chromosomen-Celkern-Cel
B
Celkern-DNA-Chromosomen-Cel
C
Chromosomen-Celkern-Cel-DNA
D
Cel-Chromosomen-Celkern-DNA

Slide 20 - Quizvraag

Er is een verband tussen het aantal chromosomen dat een organisme in zijn cellen heeft en de intelligentie van het organisme
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Soort
Aantal Chromosomen
fruitvlieg
8
mais
20
muis
40
mens
46
aardappel
48
cavia
64
zwarte moerbei
308

Slide 22 - Tekstslide