Mens & (wk 9/10)

Mens & (wk 10)
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Mens & (wk 10)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdonderwerpen
1) Herhaling gebruik van zelfstandige naamwoorden en lidwoorden ,het onbepaald lidwoord ´ein´ en het woordje ´kein´
2)  Het gebruik van zwakke werkwoorden in het Duits



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je het gebruik van lidwoorden der/die/das, het gebruik van het onbepaald lidwoord ´ein´ en het gebruik van´kein´ voor ontkenningen inclusief de  'zwakke werkwoorden' correct toepassen in eenvoudige zinnen. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je reageren, als een andere leerling tegen je begint te praten, terwijl het stil hoort te zijn?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zorg je ervoor dat je tijdens de les je concentratie op peil houdt?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je doen, zodat je lerares tijdens de les trots op je is?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over zelfstandige naamwoorden, lidwoorden , het onbepaald lidwoord ´ein´ en ´kein inclusief ´zwakke werkwoorden in het Duits?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

der die of das?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Van een zelfstandig naamwoord naar een persoonlijk voornaamwoord:

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duitse mannelijke zelfstandige naamwoorden hebben als lidwoord:
der/die/das
1/5
A
der
B
die
C
das

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Duitse vrouwelijke zelfstandige naamwoorden en meervoud hebben als lidwoord:
der/die/das
1/5
A
der
B
die
C
das

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Duitse onzijdige zelfstandige naamwoorden hebben als lidwoord:
der/die/das
1/5
A
der
B
die
C
das

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het juiste lidwoord voor 'Haus ´?
A
der
B
das
C
de
D
die

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het juiste lidwoord voor 'Schwester'?
A
der
B
das
C
de
D
die

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het juiste lidwoord voor 'Mädchen'?
A
der
B
das
C
de
D
die

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het juiste lidwoord voor 'Kuh'?
A
der
B
das
C
de
D
die

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het juiste lidwoord voor 'Stier'?
A
der
B
das
C
de
D
die

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het juiste lidwoord voor 'Übung'?
A
der
B
das
C
de
D
die

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onbepaalde lidwoord?
Rechnung (v)
A
ein
B
eine

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onbepaalde lidwoord?
Kaffee (m)
A
ein
B
eine

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onbepaalde lidwoord?
Kaninchen(o)
A
ein
B
eine

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg je 'geen boek' in het Duits?
A
kein Buch
B
keine Buch
C
nicht Buch
D
kein Bücher

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3 soorten zwakke werkwoorden
1. "Normale" werkwoorden (wohnen)
2. Zwakke werkwoorden met stam op -d of -t (reden)
3. Zwakke werkwoorden met stam op -s of -ß (heißen)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wiederholung schwache Verben o.t.t.
Er is ook een uitzondering voor regelmatige werkwoorden die eindigen op een sisklank. Met een sisklank wordt in het Duits een -s, een -ss, een -ß of een -z bedoeld.. 

Bij de du-vorm de uitgang-st wordt vervangen door 
-t, aangezien in de stam van het werkwoord zelf 
al een sisklank zit.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoorden op stam -d en -t
Antworten
ich antwort - e
du antwort - est
er/sie/es antwort - et
wir antwort - en
ihr antwort - et
sie/Sie antwort - en
(f)
e
est
et
en
et
en

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammatik
Zwakke werkwoorden "normaal": (fe).e.st.t.en.t.e

Zwakke werkwoorden met stam s, ss, z, ß: (fe)e.t.t.en.t.en     

Zwakke werkwoorden met stam -d, en -t: (f)e.est.et.en.et.en


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de werkwoorden: machen, rechnen, reden
A
zijn zwakke werkwoorden
B
zijn sterke werkwoorden
C
kun je vervoegen met (fe)esttenten
D
zijn worden die eindigen op -s/-ß als stam

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de uitgangen van de zwakke werkwoorden?
A
e , st, t, en, t, en
B
e,st,u, ie,t,en
C
e,st,a,an,t,en
D
weet ik niet meer

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zwakke werkwoorden:
Ich _____ gerne.
A
back
B
backe
C
backst

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de stam van een zwak werkwoord in het Duits?
A
ik-vorm
B
hele werkwoord
C
hele werkwoord -(e)n
D
hij-vorm

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was het ezelsbruggetje voor de uitgangen van de zwakke werkwoorden?
A
e , st, t, en, t, en
B
e,st,u, ie,t,en
C
e,st,a,an,t,en
D
weet ik niet meer

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zwakke werkwoorden:
Ich _____ viel.
A
rede
B
redest
C
redet
D
reden

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vervoeg je 'arbeiten' in de jij-vorm?
A
wir arbeiten
B
er arbeitet
C
sie arbeiten
D
du arbeitest

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

zwakke werkwoorden:
Wir _____ in Hamburg.
A
leben
B
lebst
C
lebe

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

zwakke werkwoorden:
Ihr _____ in Berlin.
A
wohnt
B
wohne
C
wohnst

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

zwakke werkwoorden:
Du _____ doch Lisa?
A
heiße
B
heißt
C
heißen
D
heißst

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden
A
wohne, wonhst, wohnt
B
ich, du, er/sie/es, wir, ihr, sie/Sie
C
sterke werkwoorden
D
zwakke werkwoorden

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je de zwakke werkwoorden onthouden?
A
stampen!
B
(fe)esttenten
C
idewis

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
1) Lees schema werkwoorden in de t.t (blz  60),  schema werkwoorden  met stam op -s, -ss, -ß, -z   en maak oef.  13 (blz 90)
2) Lees opdracht 20 schema en maak de volgende oefeningen:  oef. 21/22a/b (blz 132/133) incl blz 124
3) Challenge: opg 1,  blz 177, opg. 1 blz 179 voor extra uitdaging!

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra oefenen? zie websites

http://www.talenwijzer.com/duitse-zwakke-werkwoorden-kaufen.html

http://www.talenwijzer.com/duitse-zwakke-werkwoorden-atmen.html

http://www.talenwijzer.com/duitse-zwakke-werkwoorden-reisen.html

https://duitsleren.org/oefeningen/vervoeging/regelmatige/


Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 44 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Hoe heb je ervoor gezorgd in een goede modus (gedachten, gevoelens, gedrag) te blijven?

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk cijfer zou je jezelf willen geven voor je werkhouding en waarom juist dat cijfer?

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfregulatie is essentieel na een taak.
Ja, het bevordert zelfreflectie.
Nee, het is niet altijd nodig.
Het hangt af van de persoon.
Ja, verbeterde prestaties zijn het gevolg.

Slide 47 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we volgende keer doen?
* Het zwakke werkwoord oefenen/herhalen/nakijken
    oef. 13 (blz 90), oef. 21/22a/b (blz 132/133)

* Übung macht den Meister:  oef. 7 en 8 ( zie blz 124) en de       Challenge opgaven  oef. 1 (blz 177) en oef. 1 (blz 179)

* Lesen und Sprechen
 
 

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies