Elektriciteit

Wat weten jullie nog over elektriciteit en energie?
1 / 22
volgende
Slide 1: Woordweb
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat weten jullie nog over elektriciteit en energie?

Slide 1 - Woordweb

Het symbool waarmee we de grootheid weerstand afkorten is de .....
A
R
B
Ohm
C
W
D
A

Slide 2 - Quizvraag

stroomsterkte meet je in........
A
Volt
B
Ohm
C
Ampere
D
Watt

Slide 3 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding hiernaast. Welke zin hieronder is juist?
A
De lamp zal WEL branden, omdat hout een isolator is, er is dan sprake van een gesloten stroomkring.
B
De lamp zal WEL branden, omdat hout een geleider is, er is dan sprake van een open stroomkring.
C
De lamp zal NIET branden, omdat hout een isolator is, er is dan sprake van een open stroomkring.
D
De lamp zal NIET branden, omdat hout een GELEIDER is, er is dan sprake van een Gesloten stroomkring.

Slide 4 - Quizvraag

In welk type schakeling is de stroomsterkte overal gelijk?
A
Bij een serieschakeling is de stroomsterkte overal gelijk
B
Bij een parallelschakeling is de stroomsterkte overal gelijk
C
Bij beide typen schakelingen is de stroomsterkte overal gelijk
D
Bij geen van beide typen schakelingen is de stroomsterkte overal gelijk

Slide 5 - Quizvraag

Een ampèremeter sluit je altijd .............. aan.
A
In serie
B
Parallel
C
Dat maakt niet uit

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer er 1 lampje van de fietsverlichting kapot gaat en de andere lamp blijft gewoon branden, dan zijn deze lampjes ........... geschakeld.
A
In serie
B
Parallel
C
Dat kun je niet weten, daar heb je te weinig gegevens voor

Slide 7 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding hiernaast goed en beantwoord de vraag. In welke schakeling / schakelingen zie je een parallelschakeling?

Meerdere antwoorden mogelijk
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 8 - Quizvraag

Je hebt de keuze om twee lampjes aan te sluiten op een batterij in serie of parallel. Wanneer branden de lampjes feller?
A
In serie
B
Parallel
C
De lampjes branden bij beide soorten schakelingen even fel
D
Dat kun je niet weten, dat ligt aan het soort lampje

Slide 9 - Quizvraag

Leg in je eigen woorden het begrip 'spanning' uit

Slide 10 - Open vraag

Een batterij van 5V wordt in serie geschakeld met een batterij van 3V. Dit levert een spanning van:
A
2V
B
6V
C
10V
D
8V

Slide 11 - Quizvraag

Een lampje brandt op 6V, de stroomsterkte is 1,5A. Bereken het vermogen van het lampje.

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Elektrische energie
  • Energie = vermogen × tijd
  • E = P × t
  • E = energie in Joule
  • P = vermogen in J/s of Watt
  • t = tijd in seconde



 

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeldopgave 1
Johan gebruikt een mixer van 175 W om slagroom op te kloppen. Na 3,0 minuten kloppen is de slagroom klaar en zet hij het apparaat weer uit.
Bereken het energiegebruik van de mixer (in kJ).

Slide 15 - Tekstslide

Johan gebruikt een mixer van 175 W om slagroom op te kloppen. Na 3,0 minuten kloppen is de slagroom klaar en zet hij het apparaat weer uit.
Bereken het energiegebruik van de mixer (in kJ).

Slide 16 - Tekstslide

voorbeeldopgave 2
Marjan schat dat haar bureaulamp (13W) in een maand ongeveer 60 uur brandt. 
Bereken:
- Hoeveel elektrische energie e lamp in 60 uur gebruikt;
-hoeveel die elektrische energie kost als 1 kWh  € 0,22 kost

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Een 5,0V batterij voor een smartphone kan 1,0 uur lang een stroomsterkte leveren van 4000mA.
Bereken het vermogen van de smartphone.

Slide 19 - Open vraag

Een 5,0V batterij van een smartphone kan 1,0 uur lang een stroomsterkte leveren van 4000mA.
Bereken hoeveel energie je smartphone gebruikt.

Slide 20 - Open vraag

Per dag gebruikt je telefoon ongeveer 20Wh.
In 2021 kostte een kWh 0,24 cent. Bereken hoeveel het kost om je telefoon een jaar lang te gebruiken.

Slide 21 - Open vraag

Per dag gebruikt je telefoon ongeveer 20Wh.
Nu kost een kWh 0,63 cent. Hoeveel kost het nu om een jaar lang je telefoon te gebruiken?

Slide 22 - Open vraag