Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2T DINSDAG 19 NOV. 2019
2T DINSDAG 19 NOVEMBER
QUIZ LESSONUP
Spelling
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
2T DINSDAG 19 NOVEMBER
QUIZ LESSONUP
Spelling
Slide 1 - Tekstslide
Vin.. jij werkwoordspelling moeilijk om te leren?
A
Vindt
B
Vind
Slide 2 - Quizvraag
Weet je wel wat het betekenen (tt) als je werkwoordspelling echt beheerst!
A
betekend
B
betekent
C
betekende
D
betekente
Slide 3 - Quizvraag
Het ... (gebeuren, tt) regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurdde
Slide 4 - Quizvraag
In de werkwoordspelling tt is het bij u/jij/het...
A
ik-vorm + dt
B
't kofschip
C
ik-vorm+t
D
geen idee
Slide 5 - Quizvraag
Afgelopen weken ... (besteden, vt) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden
Slide 6 - Quizvraag
Schrijf de persoonsvorm op in verleden tijd enkelvoud.
KRABBEN
A
krab
B
krabte
C
krabde
D
krabtde
Slide 7 - Quizvraag
Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd
- verslinden -
A
verslonden
B
verslinden
C
verslindden
Slide 8 - Quizvraag
Voor welke werkwoordsvorm gebruik je stam+t of vul je een ander ww. in zoals bijv. lopen?
A
persoonsvorm tegenwoordige tijd
B
voltooid deelwoord
C
persoonsvorm verleden tijd
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 9 - Quizvraag
2 Welke bewering over de persoonsvorm is goed?
A
Een persoonsvorm krijgt in de tegenwoordige tijd altijd stam +t.
B
Een persoonsvorm krijgt in de verleden tijd in het meervoud altijd +den of +ten
C
Bij een zwak werkwoord verandert de klank in de verleden tijd.
D
Bij een sterk werkwoord verandert de klank in de verleden tijd.
Slide 10 - Quizvraag
Een persoonsvorm in de verleden tijd krijgt altijd -dde(n) of -tte(n)?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Welk woord is fout gespeld?
A
verrukkelijk
B
prothezen
C
levenloos
D
choqueren
Slide 12 - Quizvraag
Op deze camping kun je zwemmen, tennissen, paardrijden en volleyballen.
A
Alle komma's kloppen
B
Komma's kloppen niet
Slide 13 - Quizvraag
Wat is juist? Je mag meerdere antwoorden kiezen.
A
een komma gebruik je tussen de delen van een opsomming.
B
een komma gebruik je achter woorden als want, omdat en maar.
C
Tussen twee persoonsvormen staat nooit een komma.
D
Komma's maken het lezen van een tekst gemakkelijker.
Slide 14 - Quizvraag
Welke leestekens missen in de onderstaande zin?
Ik kijk het hele jaar al uit naar dat festival
zegt mijn oudere zus ieder jaar opnieuw.
A
Een komma na 'festival' en aanhalingstekens voor 'Ik'
B
Een komma na 'festival', aanhalingstekens na die komma en aanhalingstekens voor 'Ik'
C
Een uitroepteken na 'festival' en aanhalingstekens voor 'Ik'
D
Een uitroepteken na 'festival', aanhalingstekens na dat uitroepteken en aanhalingstekens voor 'Ik'
Slide 15 - Quizvraag
De jongen riep: "pas op met oversteken hoor!!"
A
Alle leestekens/hoofdletters zijn juist
B
Niet alle hoofdletters/leestekens zijn juist
Slide 16 - Quizvraag
Als het mooi weer is ga ik graag naar het zwembad het terras of het strand.
Hoeveel komma's nodig?
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 17 - Quizvraag
Welke zin is compleet foutloos? Let dus op alles: spelling, hoofdletters en leestekens.
A
Tom antwoordt: Misschien kun je een pak papier onder het beeldscherm leggen.
B
Tom antwoordt: ‘Mischien kun je een pak papier onder het beeldscherm leggen.’
C
Tom antwoord, misschien kun je een pak papier onder het beeldscherm leggen.
D
Tom antwoordt: ‘Misschien kun je een pak papier onder het beeldscherm leggen.’
Slide 18 - Quizvraag
REST VAN DE LES:
oefenen voor PW Spelling:
CL: Test Jezelf/Versterk Jezelf
sites op internet
Slide 19 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
*Werkwoordspelling H4, vwo 2
Januari 2022
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2Ha oefenen Spelling Engelse werkwoorden
September 2022
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
(2) Spelling:werkwoordsvormen op -de(n), -dde(n), -te(n), -tte(n)
Januari 2023
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Brug Spelling 2ha_deel1
Augustus 2022
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2havo - les 12 Spelling h4 (ww) en Schrijven H2
Januari 2022
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
*Werkwoordspelling H4, vwo 2
Maart 2021
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Herhaling lastige ww-vormen: -de(n) of -dde(n); -te(n) of -tte(n)?
Maart 2022
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3h hfd 3 KLASS Spelling Herhaling lastige ww-vormen: -de(n) of -dde(n); -te(n) of -tte(n)?
Maart 2022
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3