-Ik ken de strategieën om argumenten te bedenken bij een stelling.
-Ik ken de strategieën om bronnen bij mijn argumenten te zoeken.
Slide 4 - Tekstslide
Argumenten bedenken
Stelling/standpunt: Op de KSH moet in de examenklassen een leesuur ingeroosterd worden.
Slide 5 - Tekstslide
Op de KSH moet in de examenklassen een leesuur ingeroosterd worden.
Slide 6 - Open vraag
Op de KSH moet in de examenklassen een leesuur ingeroosterd worden.
-Een leesuur kan gebruikt worden om examenstress te verminderen.
-Met een leesuur kun je de leesvaardigheid van je leerlingen verhogen.
-Door elke week een uur te lezen, kan de docent controleren of er boeken gelezen worden voor de boekenlijst.
Slide 7 - Tekstslide
Tips bedenken argumenten: categoriseer!
Welke voor-/nadelen heeft de stelling voor:
-De economie?
-Het milieu?
-De persoonlijke ontwikkeling?
-De gezondheid?
-De school?
-De leerlingen / docenten / ouders
Slide 8 - Tekstslide
Welke formulering van het argument is de beste?
1) Het is goed voor de woordenschat
2) Als je meer leest, zal je woordenschat daarnaast beter worden.
3) De woordenschat gaat omhoog.
4) Je krijgt een betere woordenschat.
Slide 9 - Tekstslide
Formuleren van argument
2) Als je meer leest, zal je woordenschat daarnaast beter worden.
--> signaalwoord
--> verwijzen naar stelling (meer lezen)
--> argument duidelijk noemen
Slide 10 - Tekstslide
Verzin 3 argumenten bij de volgende stelling: Nederlanders kunnen beter stoppen met het kopen van water in plastic flessen.
Slide 11 - Open vraag
Zoek bronnen bij je argumenten. Bedenk welke getallen en andere feiten je kunt gebruiken en Google daarop. Plaats hier je link en vertel wat er goed is aan deze bron.
Slide 12 - Open vraag
Verzin drie argumenten bij de stelling: 'De formule 1 moet volgend jaar niet meer in Nederland worden georganiseerd.'
Slide 13 - Open vraag
opdracht
1. Noteer de drie argumenten met gebruikmaking van een signaalwoord en verwijs duidelijk naar de stelling.
2. Werk je drie argumenten uit volgens het AUB-model
3. Verbind vervolgens de drie uitgewerkte argumenten met elkaar door signaalwoorden
Slide 14 - Tekstslide
Wat kun je nu?
Je weet wat er in het middenstuk van een betoog hoort.
Je kunt je argumenten goed onderbouwen met subargumenten (uitwerking, toelichting en voorbeelden)
Je kunt argumenten met elkaar en met het standpunt verbinden met signaalwoorden (of andere verbindingswoorden, zoals verwijswoorden)
Wat vermeld jij inhoudelijk in je inleiding bij de stelling: De formule 1 moet volgend jaar niet meer in Nederland worden georganiseerd.
Slide 18 - Open vraag
Welke signaalwoorden zou je in je inleiding gebruiken om de verschillende inhoudelijke punten met elkaar te verbinden en welk signaalwoord zou je gebruiken om je inleiding met je kern te verbinden? Leg je antwoord uit.
Slide 19 - Open vraag
inleidingen schrijven ahv 3 dilemma's uit Robin de film
Ga naar robindefilm.nl
Kijk ‘Robin, de film’ individueel. Het is een interactieve film, niet iedereen zal dus hetzelfde zien.
Vul tijdens of na het kijken de dilemma's in voor jezelf.
Slide 20 - Tekstslide
robindefilm.nl
Slide 21 - Link
Opdracht
Schrijf een inleiding voor een betoog aan de hand van drie van de vijftien dilemma’s. Elke inleiding moet minimaal 100 woorden zijn.