10.6 Het hormoonstelsel

 Het hormoonstelsel
Hormoonstelsel



1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 Het hormoonstelsel
Hormoonstelsel



Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  1. Herhalen vorige lessen (10 minuten)
  2. (Kort) huiswerk bespreken (15 minuten) 
  3. Zelfstandig lezen basisstof 10.6 (20 minuten)
  4. Uitleg basisstof 10.6 (15 minuten)
  5. Oefenen erfelijkheid (15 minuten)
  6. Afsluiting (5 minuten)

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik 

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik

Slide 4 - Tekstslide

Zorgt voor impulsgeleiding
Beschermd zenuwen in de rug
Geleid impulsen naar centraal zenuwstelsel
Onbewuste reactie op prikkel
Uitstulping van een zenuwcel
Geleid impulsen naar spier
Bundels van zenuwen in de rug
Reflex
Zenuwen
Uitloper
Gevoelszenuwcel
Bewegingszenuwcel
Ruggenmerg
Wervelkolom

Slide 5 - Sleepvraag

Je krijgt stof in je oog en begint te knipperen met je oogleden
A
Reflex
B
Bewuste reactie

Slide 6 - Quizvraag

Een reflexboog is de weg die de impulsen afleggen vanaf de prikkeling door zintuigen tot aan de plek van handelen door de spieren. Bij de pupilreflex reageren je ogen op de hoeveelheid licht dat in het oog komt.
Welke weg volgen de impulsen bij de pupilreflex?

A
zintuigcellen in het oog – gevoelszenuw van het oog – hersenstam – bewegingszenuw van het oog – spieren in de iris
B
zintuigcellen in het oog – gevoelszenuw van het oog – hersenstam – schakelcellen – grote hersenen – schakelcellen - ruggenmerg – spieren in de iris
C
zintuigcellen in het oog – bewegingszenuw van het oog – ruggenmerg – schakelcellen – grote hersenen – schakelcellen – ruggenmerg – spieren in de iris
D
zintuigcellen in het oog – gemengde oogzenuwen – hersenstam – schakelcellen – grote hersenen – gemengde oogzenuwen van het oog – spieren in de iris

Slide 7 - Quizvraag

Rivano loopt graag op blote voeten buiten. Op een ochtend trapt hij in een stukje glas. In een reflex trekt hij zijn voet weg. Hij voelt de pijn. Zet de zinnen op de juiste volgorde

1
2
3
4
5
6
7
De bewegingszenuwcellen geleiden impulsen naar de spieren.
De impulsen gaan over op schakelcellen.
De impulsen gaan over van de schakelcellen naar de bewegingszenuwcellen.
De impulsen gaan via gevoelszenuwcellen naar het ruggenmerg.
De spieren trekken samen en de voet gaat omhoog
Er gaan impulsen naar de hersenen waardoor bewustwording optreedt. 
Het stappen in het glas veroorzaakt impulsen in zintuigcellen in de voet.

Slide 8 - Sleepvraag

Lesdoelen
10.6.1 Je kunt de bouw en functie van het hormoonstelsel beschrijven en je kunt in een afbeelding de belangrijkste hormoonklieren benoemen.
10.6.2 Je kunt de werking beschrijven van hormonen uit de hypofyse en uit de schildklier.
10.6.3 Je kunt de werking beschrijven van hormonen uit de eilandjes van Langerhans en uit de bijnieren.


Bewegingszenuwcellen geleiden ook impulsen naar klieren. Hormoonklieren scheiden hormonen uit. Dit zijn stoffen die allerlei processen in ons lichaam regelen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

werking van hormonen 
hormonen beïnvloeden langzame processen:
  • groei, ontwikkeling, stofwisseling en voortplanting.

Hormonen zijn chemische stoffen die de werking van bepaalde organen bepalen.

Ze hebben een specifieke werking, dus alleen op de organen die gevoelig zijn voor het hormoon.


Slide 11 - Tekstslide

Verschil hormoonklier/ verteringsklier
Verteringsklier: 
maakt verteringssap
heeft een afvoerbuis om het verteringssap af te voeren

Hormoonklier:
maakt hormonen
Heeft geen afvoerbuis: geeft hormonen af aan het bloed

Slide 12 - Tekstslide

Hormoonklieren die je moet kennen!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Hypofyse (klier in de hersenen): productie van hormonen voor regeling groei, het beïnvloeden van andere hormoonklieren 
9.1 

Slide 15 - Tekstslide

Schildklier
  • Maakt het schildklierhormoon -> regelt verbranding in de cellen

  • Te weinig: verbranding traag -> je hebt het snel koud, bent moe & gewichtstoename

  • Te veel: verbranding te snel-> je bent rusteloos & gewichtsafname.

Slide 16 - Tekstslide

De bijnier
  • De bijnier maakt adrenaline
  • Adrenaline = paniekhormoon
Zorgt voor:
=> snellere hartslag
=> snellere ademhaling
=> meer verbranding
         Dus meer energie!

Slide 17 - Tekstslide

De eilandjes van Langerhans produceren insuline en glucagon



voor het constant houden van de bloedsuikerspiegel


Slide 18 - Tekstslide

bloedsuikerspiegel (5-8mmol)

Slide 19 - Tekstslide

insuline
  • Veel glucose in je bloed?
  • Meer Insuline aangemaakt
  • Glucose wordt omgezet in  glycogeen  en opgeslagen  in de spieren en lever

De hoeveelheid glucose in je bloed wordt lager.

Slide 20 - Tekstslide

glucagon
  • Weinig glucose in je bloed
  • Wordt er glucagon afgegeven.
  • Glucagon zorgt ervoor dat glycogeen wordt omgezet in glucose.

De hoeveelheid glucose in je bloed wordt hoger.


Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht
Oefentoets erfelijkheid deel 2
Hoe? > Online op biologielessen.nl
Hoe lang? > 20 minuten
Hulp? > Tekst thema 3
Klaar? > Verder met opdrachten uit het boek

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk voor vrijdag
Opdracht 1, 5, 6, 8, 10, 11, 12
Begrippenlijst verder aanvullen met begrippen H10.6
Beginnen aan H11!

Slide 26 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 27 - Tekstslide

Sleep de juiste namen achter de nummers 
1 =
2 =
3 =
4 =
5 =
Schildkier
Hypofyse
Teelbal(len)
Eilandjes van Langerhans
Bijnieren

Slide 28 - Sleepvraag

Welke klier heeft een afvoerbuis?
A
Schildklier
B
Hypofyse
C
Eierstokken
D
Speekselklier

Slide 29 - Quizvraag

Welke klier kan een hormoonklier zijn?
A
klier 1
B
klier 2
C
geen van beiden
D
allebei

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide

Wat doet het schildklierhormoon?
A
Stimuleert de verbranding in de cellen
B
Remt de verbranding in cellen
C
Regelt de werking van de hypofyse
D
Stimuleert de eilandjes van Langerhans tot aanmaak insuline

Slide 32 - Quizvraag

Wat gebeurt er als iemand te veel schildklierhormoon produceert?
A
Iemand krijgt het snel koud.
B
Hij komt aan.
C
Hij valt erg af en wordt rusteloos
D
Iemand wordt snel moe en heeft het snelt te warm.

Slide 33 - Quizvraag

Tijdens het spelen van spannende computergames ontstaat een hormoon. Dit hormoon zorgt ervoor dat je hartslag stijgt en dat je ademhaling versnelt. Ook worden je pupillen groter en krijgt je zweethanden. Het hormoon zet je op scherp: je bent klaar voor actie.

Hoe heet dit hormoon en waar wordt het geproduceerd?

A
adrenaline; het wordt gemaakt in de bijnieren
B
adrenaline; het wordt gemaakt in de hypofyse
C
insuline; het wordt gemaakt in de bijnieren
D
insuline; het wordt gemaakt in de eilandjes van Langerhans

Slide 34 - Quizvraag