Ook deze werkwoorden onderstreep je en benoem je. Kijk maar eens naar de volgende voorbeelden.
Ik heb met mijn vader de kamer geschilderd.
pv vd
Hij gaat met mijn broer bij de Maas vissen.
pv inf
Tip: Is het hele werkwoord hetzelfde als het voltooid deelwoord, vervang het werkwoord dan door 'smurfen'. Je hoort dan of je het hele werkwoord schrijf of een voltooid deelwoord.